-12- ik niks te maken met verkiezingsstunten. De heer HERMES: Mijnheer de voorzitter, als ik mag wil ik toch even vragen aan wie de heer Jongenelen dan de brief persoonlijk af heeft gegeven want ik was vanaf 18.15 uur niet meer aanwezig thuis De VOORZITTER: Laten we hier niet ruziën over de procedure. Wij zullen het met elkaar eens zijn dat een voorbereidingstijd voor een belangwekkende zaak ontbroken heeft en ik kan me daarom best voorstellen dat de fractie van de Partij van de Arbeid kiest voor de aanpak zoals de heer Hermes bepleit. Dat zou ook het voorstel van het college zijn geweest. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, voorzitter, ik heb vanavond ook deze brief gekregen en ja, ik vind dat deze zaak weliswaar heel wel aandacht verdient en op korte termijn ook. Ik heb er zelf in de algemene beschouwingen om gevraagd, maar ik denk dat het een goed gebruik is dat als we zulke zaken voor de kiezen krijgen dat we ons daar goed over bezinnen, dat we ons goed beraden, een fractie- beraad hebben, zeker als het om gevoelige zaken gaat zoals hier aan de orde en ik vind dat die zaak, die zorgvuldige voorbereiding in ieder geval ontbreekt, zo vlak voor de raadsvergadering een brief binnenleggen die ik maar even globaal heb kunnen doorlezen. Ja, ik stel voor dat wij dit stuk in handen van het college geven en dat wij de behandeling via het college dan afwachten. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. De WD-frac- tie is van mening dat we er naar moeten streven de zaken zo zuiver mogelijk te benaderen en dan geldt dat met name naar de richting van de woonomgeving toe als naar de pachter toe en het voorstel van de VVD-fractie is dan om op korte termijn deze gehele proble matiek in de commissie aan de orde te stellen. Ik weet niet of dat het mogelijk is om dat te doen in de commissie openbare werken van aanstaande maandag want wij zijn wel van mening, mijn fractie is wel van mening dat zeg maar de problematiek van een dusdanige aard is dat we ons op zeer korte termijn als commissie en als raad erover moeten buigen en dat we dat niet moeten verschuiven naar 5 april. Als ik het goed begrepen heb dan is ondertussen, dan heeft de exploitant ondertussen begonnen met zijn activiteiten. Ik denk dat wanneer we kiezen voor een tijdstip op korte termijn dus dat dat zowel naar de exploitant als naar de woonomgeving toe dat dat een juiste maar ook een zuivere procedure zou kunnen zijn. De VOORZITTER: Ja, u had een voorstel gedaan hè. Ik neem aan dat u zelf achter uw voorstel staat. De heer WIJNEN: Daar hebben we geen twijfels over. Misschien is het toch wel even goed nader toe te lichten waarom dat het voor stel nu gekomen is. Of wordt dat niet op prijs gesteld. De VOORZITTER: Nou, ik denk eigenlijk dat het reglement van orde niet beoogd om op die manier de discussie aan te wakkeren over de inhoud van het voorstel. De heer WIJNEN: Nee, niet over de inhoud. Het gaat over het tijd stip waarom dat het nu komt, want dat levert eigenlijk wel de pro blemen op. De voorbereidingstijd, wat eraan vooraf gegaan is. Het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 193