-11- De VOORZITTER: Daarmee komen wij aan het voorstel wat in het laatste uur denk ik zo voor de raadsvergadering nog bij minstens een aantal uwer is binnengebracht, een schriftelijk voorstel van de zijde van de fractie van het CDA. Het reglement van orde zegt in artikel 20, dat ieder lid, maar dat lijkt me niet het probleem het recht heeft zowel schriftelijk als mondeling voorstellen te doen. Mijnheer Wijnen zegt dit is een schriftelijk voorstel. Dan zegt artikel 20 deze voorstellen worden óf gesteld in handen van B W om advies óf tot nader onderzoek verwezen naar een vaste of bijzondere commissie uit de raad en de raad kan ook tot dade lijke behandeling besluiten. Dus wat er zal moeten gebeuren is dat uw raad zich uitspreekt over de vraag welk van die drie wegen die een voorstel kan gaan bewandeld gaat worden. De heer HERMES: Ja, u heeft het nu over een brief, maar ik moet tot mijn spijt vertellen dat ik geen brief ken, ik heb hem name lijk niet ontvangen en dan vind ik het wat voorbarig om een reac tie te geven op zaken die ik niet ken. Ja, ik begrijp niet goed hoe dat nou mogelijk is. Het CDA, dat heeft toch zorgvuldigheid van bestuur hoog in zijn vaandel staan. Ik heb sterke twijfels of dat nou in dit geval wel zo is. Er wordt gevraagd om een stand- puntinname die Gods-onmogelijk is wanneer je de inhoud van, het standpunt wat door het CDA naar voren wordt gebracht helemaal niet kent. Ja, ik had het daarnet misschien wel onterecht over verkie zingsstunt, maar ik wil toch het woord deze keer echt in de mond nemen. Het riekt echt naar een verkiezingsstunt. Ik vind dat dat niet kan. Dit is echt, nou, ik wil bijna een woord gebruiken wat ik niet mag gebruiken, denk ik, dus laat ik het achterwegemaar je kunt toch niet tot een zorgvuldige besluitvorming komen als er geen overleg is geweest binnen de fractie. Als er nou ja, bij sommige leden van mijn fractie in ieder geval, minder dan een half uur voor de vergadering een brief wordt binnengegooid die als ik hem zo bekijk erg uitgebreid is, 3V2 kantje, en ik neem aan dat er aardig wat in verwoord zal zijn. Aan dit soort zaken wenst mijn fractie niet mee te werken en wij zijn er dan ook sterk te gen gekant dat de brief nu in behandeling wordt genomen. Daar laat ik het bij De heer JONGENELEN: Voorzitter, ik wil eventjes ten aanzien De VOORZITTER: Nee, nee, mijnheer Jongenelen, u hebt het woord niet. Mijnheer Hermes, het daarbij laten kan eigenlijk niet, want ik gaf u aan er is een keuze uit drie wegen: ofwel ter voor bereiding in handen van B W, en dan zou op 5 april behandeling kunnen plaatsvinden, ofwel een bijzondere of een vaste commissie uit uw raad, maar dat ligt in onze werkwijze niet zo erg voor de hand ofwel vandaag behandelen. U hebt duidelijk aangegeven dat u dat laatste niet wilt. Geef wel even aan wat u wel wilt. De heer HERMES: In handen van B W stellen, 5 april in de raads vergadering. De heer JONGENELEN: Burgemeester, ik vind dat de heer Hermes toch een onjuiste veronderstelling heeft ten aanzien van het afgeven van de brief. Ik heb om 18.45 uur bij de burgemeester persoonlijk de brief afgegeven en ook bij de heer Hermes om 18.45 uur. Dat zal misschien 18.46 uur geweest zijn. Ik heb hem persoonlijk af gegeven. Dus u mag van mij niet spreken, tenzij er bij u thuis iets misgegaan is. Maar mijn werk is gedaan en voor de rest heb

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 192