4- ook tijdig vragen gesteld om voorzieningen te treffen in de haven en dat betreft dus het Rode Kruis, die gevraagd hebben om rol stoelgebruikers te kunnen laten vertrekken in onze haven, voor zover daar dus behoefte aan is, om daar een stelling waarmee je dus de rolstoelen naar de haven kunt brengen. We hebben daar kos ten voor gemaakt en tot nog toe is er geen antwoord gekomen. Het verzoek is al bijna een jaar geleden ingediend en is niet in be handeling genomen, daar is niks mee gedaan. De mensen moeten nu vanuit Oudenbosch in Stampersgat van de havenfaciliteiten gebruik maken, betekent het vier keer per jaar of drie of vier keer per jaar rondvaartboten voorzien moeten worden van hun bewoners uit Oudenbosch, terwijl Oudenbosch een haven heeft, geld erin heeft geïnvesteerd. Ik vind dat eigenlijk toch wel erg vervelend dat te moeten zetten dat de haven die eigenlijk door onze burgers is opgebouwd, onze burgers kennen de faciliteiten en dat we dan moe ten zeggen van nou, de erfpachter die ziet daar helemaal geen heil in. Dan vind ik dat ten opzichte van het voldoen aan deze facili teit, dat vind ik toch eigenlijk wel meten met twee maten en ik vind dus al met al dat wij er niet mee in moeten stemmen om dit voornemen te honoreren. De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. Schrijft de wet nu voor dat er plaats moet zijn voor een woonboot in de jachthaven of is het nou zo dat het college gebruik maakt van zeg maar een bevoegdheid en daarmee vooruitloopt op. We hebben een havenmeester en wanneer dus blijkt, op het moment dat er voor een, op een bepaald moment dat dat voor de pachter onvoldoende is in het kader van toezicht dan zou ik me daarbij een andere oplossing voor kunnen stellen en dat is de volgende dat de pachter in con tact treedt met de Watersportvereniging Oudenbosch om te bezien in hoeverre dat daar mogelijkheden zijn in het kader van een stukje toezicht. Dan zou dat kunnen in de vorm van een tegenpres tatie door een sterk verlaagd tarief. Maar om nu direct zeg maar concreet gestalte te geven aan de mogelijkheid tot een ligplaats voor een woonboot, dat is toch iets waarvan wij ons afvragen is dat nou een situatie die wij gewenst hebben. De VOORZITTER: De heer Wijnen begint met te zeggen dat de vraag eigenlijk tot een oplossing leidt die anders is dan wat gebruike lijk is. Hij doelt daarbij op wat gebruikelijk heet een verblijf op de kant. De pachter van de jachthaven kiest er nadrukkelijk voor om toezicht te hebben wat ook 's nachts aanwezig is of ten minste kan zijn en ik heb bij de behandeling van het stuk in de commissievergadering al gezegd dat we helaas moeten constateren dat dat gevoelen niet misplaatst is, want het vandalisme slaat ook daar toe. Er zijn in het weekend voorafgaand aan de laatste vergadering van de commissie algemene en bestuurlijke zaken twee aggregaten vernield. Dus ik denk dat het inderdaad hoognodig is dat er toezicht is. Of deze boot voldoet aan de eisen die de Wet Woonwagens en Woonschepen stelt weet ik niet. Het is ook niet zo dat wij de verordening wijzigen om een bepaalde boot ergens een ligplaats te kunnen laten kiezen, maar de faciliteiten openen om dat we de indruk hebben dat dat passend is. Die boot zal moeten voldoen op de wijze zoals dat met iedere boot geldt. U verbaast mij met de vraagstelling over die andere voorzieningen. Ik moet zeggen en kijkend naar wethouder Den Braber stelde ik vast dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 185