-3-
De vraag van de heer Huijpen of we daar twee motorkettingzagen
voor kunnen kopen, ja, daar moet ik het antwoord toch op schuldig
blijven. Dat speelt zich toch een beetje buiten mijn belevings
sfeer af. Ik heb geen idee van wat die prijzen zijn.
De VOORZITTER: Maar taalkundig gezien moet u zeggen dat het er maar
één is.
De heer DEN BRABER: Ja, dat is er maar één, er staat "zaag".
De heer HUIJPEN: Ja, ik dacht me te kunnen herinneren dat het in
het verleden zo was dat er wel eens offertes bij de stukken za
ten. Ik dacht niet dat dat nu op dit moment het geval was en dan
was het mogelijk, zeg maar, om wat te vergelijken.
De heer DEN BRABER: Ik moet de heer Huijpen erop wijzen dat in
gaande 1989 het systeem wat veranderd is. In het verleden, dus
voor 1989, kwamen die aanvragen allemaal los als voorstellen naar
de raad toe. We hebben toen met zijn allen als nieuwe aanpak af
gesproken dat er voor investeringen voor gereedschappen voor de
dienst gemeentewerken een totaalkrediet gevoteerd zou worden, con
form de ruimte die daarvoor gereserveerd is in het investerings
programma. Wanneer de raad dat krediet voteert zullen we volgens
de procedure met offertes in gang gezet worden. Het lijkt me een
hele goede zaak, als u zegt 4.000,voor een motorkettingzaag
is aan de hoge kant, dat wij met name op dat onderdeel eens heel
kritisch naar de offertes kijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
6. Voorstel tot benoeming van een lid in het algemeen bestuur van
de Bestuursacademie Noord-Brabant
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
7. Voorstel tot vaststelling van de le herziening van de "Haven-
verordening gemeente Oudenbosch"
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de aanleiding die is
ons bekend om hier een verzoek in te willigen van de erfpachter,
die er blijkbaar behoefte om de functievervulling wat anders te
gaan uitoefenen dan wat gebruikelijk is bij jachthavens, waar
niet onmiddellijk een permanente ligplaats voor nodig is. Blijk
baar ligt die boot er al geruime tijd en nu meent u dat het nodig
is om de regeling maar eens te gaan aanpassen. Verder heb ik nog
een vraagje. Dat betreft dus, in hoeverre deze boot dus op grond
van de Wet Woonschepen en Woonwagens voldoet aan de voorwaarden
die daarin gesteld worden om voor permanente bewoning te gebruiken
Die wet die kun je niet buiten beschouwing laten en is hier nou
een concreet geval waarvan je zegt nou, dat biedt de mogelijkheid
om ook als inderdaad als woonboot als permanente bewoning te ge
bruiken. Is daar ook de aanleiding toe, want de aanleiding is nu
vanuit een andere oorsprong aangedragen en dat zou ik in ieder
geval willen weten en voor de rest vind ik toch dat bij de behan
deling van dit voorstel wat selectief te werk is gegaan. Kijk,
deze zaak is door de erfpachter aanhangig gemaakt. Daar wordt door
het college werk van gemaakt, dat is zeer terecht, maar wij heb
ben de haven verpacht en nou zijn er ook andere mensen die hebben