-60-
De stemming heeft tot resultaat:
De fracties van ONS, PvdA en VVD zijn tegen dit voorstel.
Derhalve is het voorstel van het CDA verworpen.
De VOORZITTER: Daarmee komen wij toe aan de eindbesluitvorming
over het programma 1990 specifiek welzijn en de bezwaarschriften
van de stichting Mensen zonder Werk, de Stichting Open Jongeren
werk Try en de Stichting Emcee zoals voorgesteld. Kunt u zich daar
allen mee verenigen? Ik heb uit de discussie begrepen van wel.
Vraagt niemand aantekening daartegen te zijn. Dan is aldus beslo
ten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het voorstel tot vaststelling van
de begroting van de algemene dienst, de tak van dienst en de be
drijven voor 1990, de meerjarenraming 1990 tot en met 1993 en het
investeringsplan 1990 tot en met 1993, alsmede de goedkeuring van
de tarieven van de gemeentelijke centrale antenne-inrichting per
1.4.1990. Heb ik zojuist vastgesteld dat de fracties van WD en
CDA aantekening vragen daar tegen te zijn.
De heer HUIJPEN: Voorzitter, wij onthouden ons van goedkeuring.
De VOORZITTER: Ja, maar dan is er maar één mogelijkheid, mijnheer
Huijpen, dan moet u zorgen dat u als de wiedeweerga verdwijnt,
want anders bent u op grond van de gemeentewet verplicht om te
stemmen.
De heer HUIJPEN: Dat heeft u mij vorig jaar ook verteld ja, dat
herinner ik me nog.
De VOORZITTER: Maar zegt u het maar.
De heer HUIJPEN: Dan zijn we op dat punt tegen, mijnheer de voor
zitter.
De VOORZITTER: Met de aantekening dat de VVD en het CDA tegen zijn
stellen we vast dat de besluiten verder conform zijn genomen.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen,
onder aantekening dat de fracties van het CDA en de WD tegen
deze voorstellen zijn.
10. Voorstel tot het beschikbaarstellen van de middelen in het
kader van de stads- en dorpsvernieuwing/wijziging begroting 1990
De heer HUIJPEN: Ik heb een paar opmerkingen, mijnheer de voorzit
ter. Over de voorlichting hebben we al een paar keer gediscus
sieerd dat is duidelijk. Mijn fractie zou er voor willen pleiten
om de hoogte van de bedragen, de regeling daarvan, om die per si
tuatie eens te bezien. Op dit moment is het zo dat er een korting
wordt toegepast op de subsidie bij eigen werkzaamheid. Die korting
is 55% en mijn fractie is van oordeel dat we die aan de hoge kant
vinden.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, er is geen uitspraak ge
daan over het bedrag voor de monumenten. Dat moet dus komen uit
die 42.000, Vindt u dat nou, gelet op wat er vanavond over
monumenten gezegd is, een toereikend bedrag daarvoor. Zit daar
voldoende in? Of pot u dat op en zegt u we kijken wel waar we uit
komen?