-55-
De heer HUIJPEN: Nee, mijnheer de voorzitter, de VVD-fractie is
zo realistisch dat ze ten aanzien van deze begroting geen voor
stellen in wil dienen.
De VOORZITTER: Dat is heel duidelijk. Mijnheer Wijnen?
De heer WIJNEN: Naar aanleiding van de organisatorische zaak, dat
staat dus buiten de begroting, in financieel opzicht hebben wij
de opdrachtverstrekking zoals die door ons per brief is overge
bracht aan de raad, dat vinden wij dat de raad daarin opdrachtge
ver moet zijn. Ik heb dus het voorstel gedaan om het functioneren
van de ambtelijke top daarin te bekijken, de gemeenteraad vooraf
schriftelijk te informeren op welke wijze het onderzoek zal worden
uitgevoerd, de gemeenteraad dient als opdrachtgever op te treden
en dan na de inventarisatie van de knelpunten dient de rapporteur
zich uit te spreken over de voorstellen. Dan verder de vertegen
woordigingen van het personeel moeten zich akkoord verklaren en
dan van de meest betrokkenen dient instemming te worden verkregen.
Dat is het eerste voorstel.
De VOORZITTER: Ja, maar ik stel voor dat we dat niet in behande
ling nemen, want we hebben eerder in de raad gesproken over het
krediet. We hebben vervolgens dat voorwaardelijk beschikbaar ge
steld en verwezen naar de commissie algemene en bestuurlijke zaken
en ja, als je het daar niet haalt dan moet je niet zeggen dan be
gin ik er hier maar over, want waar blijven we dan in Godsnaam?
De heer WIJNEN: Nou, ik vind dat de raad een uitspraak moet doen
tegen het licht van alle ontwikkelingen waar we nou de afgelopen
maanden kennis van genomen hebben
De VOORZITTER: Oké, het is me duidelijk. Hebt u nog meer voorstel
len?
De heer WIJNEN: Dan, even kijken hoor. Ten aanzien van de financi
ële situatie is het duidelijk dat wij het niet eens zijn met de
verklaringen die het college geeft derhalve dat wij geen instem
ming kunnen geven, dus dat merkt u vanzelf.
De VOORZITTER: Maar dat wisten we al, want daar hebt u ook in twee
de instantie mee afgesloten.
De heer WIJNEN: Ja, dan een voorstel om, voor zover er een inves
teringsprogramma gemaakt wordt voor 1990 om daar de op- en afrit
ten van de Havendijk op te voeren en dan de beantwoording van de
vraag zoals wij die voorgelegd hebben aan u in verband met de wie
lerbaan. De conclusie waarin wij dus een verklaring vragen waarom
de verzoekschriften zo traag zijn beantwoord of bezwaarschriften
helemaal niet zijn beantwoord en dat wij vinden dat medewerking
moet worden onthouden.
De VOORZITTER: Hebt u nou geluisterd naar het antwoord van de
wethouder? Dit is volop in procedure.
De heer WIJNEN: Ja, maar weet u wel wanneer die bezwaarschriften
zijn ingediend?
De VOORZITTER: Zeker, mijnheer Wijnen, maar daar hebben we ons
De heer WIJNEN: Jaren geleden!