-53-
in kunnen zijn. VIDO betaalt 25% eigen deelname, project Mensen
zonder Werk 10%. Misschien weegt die 10% voor deelneemsters vanuit
het project Mensen zonder Werk wel vier keer zo zwaar dan de 25%
bij de VIDO-groep. Ik heb daar geen inzicht in. Als u dat wel
heeft dan moet u dat vertellen.
De heer VAN OVERVELD: Nee, ik heb u zojuist toegezegd dat ik pro
beer dat inzicht op korte termijn te krijgen, maar niet dat ik
op basis van wat ik nu weet zonder meer zeg dan verklaar ik dat
bezwaar gegrond.
De opmerking die de heer Wijnen maakt ten aanzien van het karakter
van de heroriënteringsnota, daarbij kan ik opmerken dat die in
schatting een juiste was. De heer Wijnen stelt ook een vraag met
betrekking tot cultureel centrum Fidei et Arti. Nou, wij stellen
voorop dat de stelling over het zelfbeheer van akkommodaties op
zich genomen sympathiek overkomt. Sterker nog, in een bepaald
opzicht onderschrijven wij deze stelling. Het is echter onze vaste
overtuiging dat dit idee genuanceerd moet worden. Het voert te
ver om op deze plaats op alle aspecten in te gaan. Op een ander
moment en in een andere setting zullen wij hierover graag van ge
dachten wisselen. De ontwikkeling van een geactualiseerd akkom-
modatieplan in overleg met de welzijnscommissie biedt daarvoor
een passend kader. In reactie op opmerkingen over commerciële ex
ploitatie in Fidei et Arti merken wij op dat dit nooit tot ren
dabele exploitatie zal kunnen leiden. Bij de besluitvorming over
het realiseren van het cultureel centrum is heel expliciet inge
calculeerd dat een goed functionerende gemeenschapsvoorziening
als deze geld kost. Ja, in de praktijk wordt er bewust naar ge
streefd naar een zo efficiënt mogelijke benutting van alle midde
len. Uiteraard staat de realisering van de doelstelling, namelijk
de vervulling van een sociaal-culturele functie voorop. Dat was
het antwoord wat wij in eerste termijn gaven en u stelt in tweede
termijn dezelfde vraag en nu heeft u hetzelfde antwoord gekregen.
De heer WIJNEN: Ik dacht dat er een tegenstrijdigheid in zat en
dat als het commercieel was dat het dan niet op basis van de, la
ten we zeggen voor de sociaal-culturele doeleinden zou kunnen wor
den gebruikt. Dat hebben wij nooit willen beweren. Wij hebben ge
zegd dat de zelfstandigheid vergroot moet worden en dat de afhan
kelijkheid van de gemeente vergroot moet worden en dat daarbij
ook in overweging genomen moet worden dat je vanuit commerciële
opvattingen te werk moet gaan en dat sluit niet, of dat geeft niet
onmiddellijk een kostendekkende exploitatie en dat wordt door een
aantal mensen blijkbaar gedacht, dat wij dat daarmee bedoeld heb
ben, maar alles wat commercieel opgezet is is niet kostendekkend,
dat weet u ook wel
De heer VAN OVERVELD: Met wat u zegt hebben wij eigenlijk nooit
problemen gehad, maar het is met name, moet ik zeggen dan, het
CDA geweest die bij de vorige algemene beschouwingen als eerste
heeft gezegd dat de tarieven bijvoorbeeld vastgelegd moesten wor
den op het niveau van de stichting gemeenschapstehuis.
De heer WIJNEN: Voor zover dat mensen betrof of instellingen die
uit het gemeenschapshuis door gemeentelijk beleid moesten veran
deren. Dat was onze gedachte. Niet voor het hele Fidei et Arti,
maar alleen voor de betreffende gebruikers.