-43-
grond daarvan is allicht een kostenbegroting voor de samenstelling
daarvan
De heer WIJNEN: Komt het dan nog wel dit jaar?
De heer DEN BRABER: Het komt ja, dat is wel de bedoeling.
De heer WIJNEN: En waar haalt u dan het geld vandaan?
De heer DEN BRABER: De voorzitter heeft in zijn antwoord aan ONS
al gezegd dat zaken waar geen krediet voor is via ABZ gaan lopen.
De heer WIJNEN: Dan lost het niks op.
De heer DEN BRABER: U komt uitvoerig terug op de wielerbaan. Dat
is ook niet de eerste keer dat u die zaken aan de orde stelt. Het
college blijft erbij dat hetgeen wat er gebeurd is past binnen
het vigerende bestemmingsplan c.q. de erfpachtovereenkomst die
met de huidige eigenaar is afgesloten. De bezwaarschriften die
zijn in behandeling. De bezwaarmakers zijn zeer recentelijk ge
hoord en wat u daar noemt bij punt 2 dat wij ons moeten onthouden
van medewerking van uitvoering van plannen tot het moment waarop
de voorschriften onherroepelijk zijn vastgelegd in een goedgekeurd
bestemmingsplan. Ik moet constateren, mijnheer Wijnen, dat wij
een goedgekeurd bestemmingsplan hebben. Waar we mee bezig zijn
is een herziening daarvan en die is in procedure en u kunt moei
lijk het huidige legale gebruik stopzetten omdat we met een plan
in herziening zijn.
De heer WIJNEN: Nee, maar het betekent wat toegezegd is door de
voorzitter en naderhand herhaalt in de brief betekent dat er een
verzwaring van de benutting door de plannen gerealiseerd zou kun
nen worden, waar eigenlijk het huidige bestemmingsplan, het gel
dende bestemmingsplan niet in voorziet. Dat zou dus gerealiseerd
kunnen worden na de verkoop van het erfpachtsrecht aan de erfpach
ter.
De heer DEN BRABER: Ik heb gezegd, mijnheer Wijnen, dat
De heer WIJNEN: Dan zou er een sauna gebouwd kunnen worden. Zo
staat het letterlijk in de brief.
De heer DEN BRABER: Ik heb gezegd, mijnheer Wijnen, dat wat er
tot nu toe gebeurd is past binnen het vigerende bestemmingsplan
danwel de erfpachtovereenkomst en met name artikel 4 van de erf
pachtovereenkomst dat spoort aardig met de brief die hij op 15
juli 1988, die spoort niet aardig, die spoort heel goed met de
brief die op 15 juli 1988 naar de heer Bakker is gestuurd.
De VOORZITTER: Ja, maar, laat ik aanvullen dat wat betreft die
sauna dat niet zo is, maar dat met betrekking tot die sauna een
en andermaal binnen commissoriaal verband van deze raad is gezegd
dat wij vonden dat er in Oudenbosch een sauna kon komen mits die
aanhaakte bij een sportvoorziening waarbij gesuggereerd is dat
een van de mogelijkheden Ja, dan kunt u wel zeggen nee, maar
u bent niet overal bijmaar
De heer WIJNEN: Daar was ik wel bij.
De VOORZITTER: Oh, u was er wel zelf bij. Dan moet u ook geen nee
zeggen.