-42- van de bewoners, een idee wat op zich ingegeven is door dezelfde CDA-fractie, dat dat alleszins redelijk is. De heer WIJNEN: Nee, hoor! Nou verdraait u voor de zoveelste keer de feiten die wij in de behandeling hebben gebracht. Wij hebben gezegd dat de mensen, gegeven de omstandigheid dat de gemeente een krediet van 75.000,had uit willen trekken, dat zij bereid waren ook voor eigen verantwoordelijkheid voor bepaalde stukken medewerking te verlenen, waarbij zij zeiden van nou, laat ons dan een deel binnen dat krediet van die 75.000,werken, misschien dat dat goedkoper uitpakt. Dat is wat door ons is voorgesteld, dus de eigen werkzaamheid in te laten passen in het krediet en het college maakt ervan 50% op rekening van de bewoners te schui ven. Nou, dat is door ons nooit voorgesteld. Dat heeft u er zelf van gemaakt. Dat heb ik bij herhaling nou al een keer of twee gezegd. Ik denk dat het nog niet duidelijk genoeg is. Wij zullen toch volhouden, wat dat betreft, om het krediet waar eerder de verwachtingen aan gekoppeld zijn, om dat conform het eerdere voorstel te blijven opvoeren. De heer DEN BRABER: Ik heb nooit gezegd in de recente discussies die wij gehad hebben dat de CDA-vertegenwoordiger in de commissie openbare werken van destijds gezegd zou hebben dat de bijdrage van de bewoners 50% moet zijn. De eerste aanzet, het is nadrukke lijk een suggestie uit de CDA-fractie geweest, dat was u niet maar een van uw fractiegenoten, die gezegd heeft nou, het is alleszins redelijk dat de bewoners hetzij via zelfwerkzaamheid een bijdrage leveren in de totstandkoming van de verbetering van die op- en afritten en inderdaad daarna heeft het college daar in de invul ling daarvan gekozen voor 50% De heer WIJNEN: Dat is geenszins het geval, mijnheer de voorzitter. De heer DEN BRABER: Ik zal even stoppen, dan kunt u uitpraten. Ja, ga uw gang. De heer WIJNEN: Dat is geenszins het geval. Het ging erom dat het krediet wat gepasseerd was in een bepaalde ontsluitingsrich ting dat zou eventueel ontoereikend zijn. De mensen zeiden van nou, dan willen wij wel een bijdrage leveren in de vorm van eigen werkzaamheid en die eigen werkzaamheid die zou dus moeten passen zodat met het krediet, althans binnen het krediet de mogelijkheid van de opritten zou kunnen worden gerealiseerd, maar niet dat de mensen daar een bijdrage aan de gemeente zouden moeten gaan stor ten en dat de gemeente de uitvoerende partij zou zijn. Dat is door onze fractie nooit voorgesteld. Het is zelfs een suggestie van de bewoners zelf om de materiële werkzaamheid in te brengen ter verbetering van de situatie, en tot ontlasting laten we maar zeg gen, van de gemeente, maar niet dat zij geld zouden gaan overmaken aan de gemeente om daarmee de weg waar de gemeente de verantwoor delijkheid voor heeft om die te gaan realiseren. De heer DEN BRABER: Laten we het er maar op houden, mijnheer Wijnen dat uw ervaringen van dit gebeuren anders zijn dan de onze. Dan ga ik over naar het groenplan. U vraagt van mag dat geen geld kosten. Zeer waarschijnlijk wel, alleen op de orde van grootte hebben wij op dit moment nog geen idee. We zullen eerst in de com missie openbare werken eens moeten praten over de uitgangspunten van zo'n groenplan, wat moet er allemaal in komen precies en op

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 156