-39-
om de automobiliteit terug te dringen, dat de provincie dat over
neemt, want lob C is op zich niet zo ver verwijderd van het sta
tion. Dan kom ik aan de fractie van het CDA. Ook daar de herhuis
vesting van de gemeentelijke diensten. Voor zover de CDA-fractie
uit onze antwoorden danwel de nota van aanbieding de indruk heeft
gekregen dat wij al een totaalplan hebben waarbuiten geen enkel
alternatief meer mogelijk is, dan hebben wij hen helaas op het
verkeerde spoor gezet. Niets is minder waar. Waar wij mee bezig
geweest zijn het afgelopen jaar is met te onderzoeken of de hele
operatie haalbaar is. Dat heeft veel voeten in aarde gehad. Wij
zijn nu bijna zover dat wij in een reeks van stappen die wij nog
moeten gaan zetten, de commissie weer in beeld kunnen brengen
om ja of nee te zeggen tegen het doen van de volgende stap en naar
mijn inschatting zal dat nog meerdere malen in de toekomst gebeu
ren. Als de commissie ja zegt op dat moment dan kunnen we weer
verder gaan en zo van lieverlee bouwen aan een plan, maar het to
taalplan wat u wellicht uit de teksten hebt opgepikt heeft be
trekking op een draaiboek. Gezien de omvang van het totale project
dat zich over meerdere jaren zal gaan uitspreiden. Het is, nog
maals, niet alleen herhuisvesting maar ook stadsvernieuwing, lijkt
het ons verstandig dat door deskundigen een draaiboek een soort
organisatorisch bestek wordt opgesteld waarin iedere keer beslis
punten staan aangegeven en bij die beslispunten zal die commissie
en zonodig ook de raad zeer nadrukkelijk ook betrokken worden.
Dat is ook de bedoeling.
De heer WIJNEN: Dat draaiboek, is dat er al?
De heer DEN BRABER: Dat draaiboek is er nog niet. We zitten
De heer WIJNEN: U spreekt in de nota van aanbieding er is iets
in afronding, in het stadium van afronding.
De heer DEN BRABER: Nee, wat in afronding is, de eerstvolgende
vraag die wij moeten stellen aan de commissie.
De heer WIJNEN: Wanneer komt de commissie volgens u bij elkaar,
want daar zijn wij ook erg benieuwd naar.
De heer DEN BRABER: Wij hebben in de planning staan om die vraag
op 6 maart te presenteren aan de commissie ABZ.
De heer WIJNEN: Dat is voordat er overleg plaatsvindt met betref
fende deskundigen.
De heer DEN BRABER: Dat is voor dat er overleg plaatsvindt met
de betreffende deskundigen.
De heer WIJNEN: Dus de raad krijgt in feite het draaiboek en het
stappenplan eerst, of althans de commissie
De heer DEN BRABER: Wij zijn qua besluitvorming nog niet verder
dan dat deze raad de structuurschets als raamplan voor de stads
vernieuwing heeft aangenomen. Verder zijn wij nog niet.
De heer WIJNEN: Nou dan heb ik misschien te optimistisch uit uw
nota van aanbieding gelezen dat het in het stadium van afronding
is en ik wacht met belangstelling, omdat de vergadering van de
commissie stadsvernieuwing in december is uitgevallen, wacht ik
toch met belangstelling uw voorstellen af.