-36- De VOORZITTER: Ja, maar daar krijgt u nog een antwoord op. De heer VAN OOSTERHOUT: Oh, ik dacht dat met name het finan ciële De VOORZITTER: Nee, daar krijgt u nog een antwoord op. Naar de Partij van de Arbeid toe beloof ik dat de voorlichting over het minimabeleid binnen een maand er is. Ik zeg dat met enige reserve, omdat en dat is dan meteen de verklaring voor het lange uitblij ven van die brochure, omdat de beschikbare tijd voor voorlichting beperkt is en binnen die beperkte tijd moeten er een aantal zaken worden meegenomen. Ik maak me er sterk voor, nee, ik sta er voor in dat nu binnen een maand die zaak inderdaad van de grond is ge trokken. Met betrekking tot de mogelijkheden om tot de structurele oplossing te komen voor het sluitend maken zeg ik graag toe dat wij zoveel mogelijk informatie, die als bouwsteen voor de discus sie kan dienen, ter beschikking zullen stellen. We zullen dat doen op een zo vroeg mogelijk moment. We moeten overigens ons realise ren dat we op die eerste dag met name ons bezig zullen moeten hou den met het stellen van de prioriteiten van de aanpak en we zullen de bereidheid moeten hebben om in een hogere frequentie dan gewoon was bij elkaar te komen. Wij zijn het met de Partij van de Arbeid eens dat wij in de toekomst de prioriteiten van onze investeringen veel nadrukkelijker onder ogen zullen moeten zien en de toezegging die we zoeven hebben gedaan over de behandeling van de financiële consequentie in ABZ is daaraan een bijdrage. Met betrekking tot het ombuigen van de uitgaven, het vergroten van de inkomsten, zul len wij op 8 mei met elkaar spreken. Daarbij zullen we ook betrek ken welke heffingen er kostendekkend te maken zijn en binnen welk tijdsbestek. Met betrekking tot de situatie rond de rente uit die reservefondsen is het zo dat de situatie van dit moment het eigen lijk onmogelijk maakt om eraan te ontkomen. Wij moesten u een be groting aanbieden die sluitend was en daarvoor was het een moge lijkheid om toch van die reserves gebruik te maken. De rente die we daar structureel voor gebruiken al sinds jaar en dag, die past denk ik evenzeer bij de financiële situatie, want vergis u niet als we die rente als dekkingsmiddel nu zouden laten lopen dan krijgen we ineens een forse schep bovenop dat tekort. Ik heb niet zo direct een idee van de orde van grootte, maar dat gaat over honderdduizenden guldens en ik denk niet dat de situatie er zich voor leent om dat vandaag te entameren. Al is het wel zo dat je je kunt afvragen of de methode als zodanig erg zuiver is. Als je reservefondsen hebt is het wellicht toch beter om die rente meer bij het fonds te behouden. We moeten er denk ik toch eens een her overweging aan wagen. Je zou bijvoorbeeld kunnen kiezen voor bij voorbeeld in plaats van het gebruik van de rentes investeringen geheel uit een reservefonds te doen en dan vertroebel je daarmee het totale beeld niet. Ik stel me voor dat wij van onze kant in een wat later stadium en wellicht in het kader van die 8 mei operatie met een voorstel komen om daarover nader met elkaar over van gedachten te wisselen. Het voorstel van de Partij van de Ar beid om het beroep op de reserves, voor zover dat zou kunnen cor responderen met de ongeveer 760.000,bijstelling van het in vesteringsprogramma, om dat ongedaan te maken, zouden we nadrukke lijk willen ontraden. Niet omdat het misschien in de loop van het jaar toch nog niet haalbaar is, maar bij een groot structureel tekort zoals we dat op dit moment kennen lijkt het ons toch wat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 150