-31- daarbij gaat betrekken dan betekent het dat de situatie volstrekt onwerkbaar wordt. Weest ervan overtuigd De heer WIJNEN: Kunt u daarvan een voorbeeld geven? Als je nou in die mate mensen van buiten aantrekt voor een dergelijke klus en u gaat daarmee voorbij aan de vertegenwoordiging van het perso neel, die ook een verantwoordelijkheid hebben voor de gang van zaken hier op het werk. Het is niet zo dat het instemming moet zijn, het gaat om overleg. Dat wordt genoemd hier. De VOORZITTER: Daar waar het aan de orde is komen medezeggenschap danwel georganiseerd overleg zeker in beeld. De heer WIJNEN: Wat voor zaken? De VOORZITTER: Van de zaken waarover zij in kennis gesteld moeten worden, jazeker. Kijk, om een voorbeeld te noemen, automatisering. De heer WIJNEN: Nee, nee, maar dit soort inhaalacties en inschake ling van andersoortige bureaus. De VOORZITTER: Dit hebben we achter de rug, zou ik willen voor stellen, en hier is zoveel over gezegd dat onderhand niemand in Oudenbosch meer kan zeggen dat hij er niets van wist. Laten we nu eens naar de toekomst kijken, want dat doet u in üw eigen bij drage ook. U doet een voorstel voor de toekomst. Dan verwijs ik naar wat we recent achter de rug hebben, dat is de zaak met de automatisering. Nou, daar spelen ze heel natuurlijk een rol in. We moeten niet vergeten dat we hier ook met een situatie met heel bijzondere omstandigheden hebben moeten werken. Overigens wil ik er nadrukkelijk op wijzen dat de afdeling een veel grotere betrok kenheid bij het hele gebeuren heeft gehad dan uit de bijdrage van de heer Wijnen in deze blijkt. Met betrekking tot het organisatie onderzoek zou ik willen wijzen op de manier waarop we die vraag stelling behandeld hebben. We hebben in de raad besloten de zaak voorwaardelijk, het krediet voorwaardelijk beschikbaar te stellen. De voorwaarde was de behandeling in ABZ en de gewogen meerderheid vanuit de commissie ABZ. De heer Wijnen heeft namens de fractie van het CDA niet onmiddellijk een reactie gegeven maar gezegd dat hij erop zou terugkomen. Dat heeft hij schriftelijk gedaan. Dat waren precies de vragen die hij vanmiddag hier in de discussie heeft gebracht. Daarop hebben wij schriftelijk geantwoord. Het lijkt ons niet de bedoeling dat we dubbel werk doen. Ik zou graag willen verwijzen naar het antwoord wat we de heer Wijnen hebben gegeven. Ik wil alleen wel onderstrepen dat in dat antwoord na drukkelijk is gesteld dat de opdracht een opdracht behoort te zijn die van het college van B W uitgaat. Het is overigens vanzelf sprekend dat we daarbij wel een goed contact met de raad zullen onderhouden. De heer WIJNEN: Dat staat niet zo nadrukkelijk in de beantwoording van deze vragen, die staat niet in de brief. U verwijst in algeme ne bewoordingen van zo zou het wel kunnen, maar u heeft niet ge zegd zo gebeurt het. De VOORZITTER:Ik heb de indruk dat we daar duidelijk op geantwoord hebben. Zou dat niet zo zijn dan draag ik er nog wel zorg voor dat er duidelijkheid komt, maar ik stel voor om die procedure hier in ieder geval niet opnieuw in te sluizen. Die zaak hebben we achter de rug.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 145