-26- zeggen, de projectontwikkelaar dat is degene waar de gemeenteraad uiteindelijk zaken mee doet denk ik. De orde van grootte van het bedrag wat wij denken dat in het fonds grote werken gestort moet worden. De exploitatieverordening zal zeker pas vastgesteld kunnen worden nadat de bouwvergunningen zijn afgegeven. Hij zegt naar de heer Huijpen toe het kost ons niets, het brengt alleen maar geld op. Ik denk dat je, althans ik vind dat de zaken zeer wel veilig gesteld moeten worden. In de vorm van een overeenkomst met de projectontwikkelaar vooraf en dat bedragen niet in orde van grootte maar dat zaken heel duidelijk vastgelegd moeten worden. Ik heb de indruk dat in alle voortvarendheid waarmee er nu gewerkt is en dat is op zich heel plezierig en zeker als die plannen zo omarmd worden als dat nu gebeurt door bewoners en betrokkenen bij de bouw dat er wat dat betreft wel eens mogelijkheden bestaan dat wij, die in wezen alleen maar een intermediaire rol zullen spelen, wel eens het haasje zouden kunnen worden voor wat betreft dat aan deel wat de heer Den Braber eigenlijk als inkomsten de raad voor houdt. Ik twijfel aan niemands goede bedoelingen, maar ik vind dat zaken vastgesteld of vast moeten liggen voordat we daar echt tot de aktiviteit overgaan en nou ik toch aan het woord ben, alle voortvarendheid prima. Ik heb er persoonlijk, moet ik u zeggen wel wat moeite mee gehad dat een aantal vergaderingen van de com missie stadsvernieuwing zijn afgezegd, dat er geen informatie is gekomen en ik weet, dat kunt u niet helpen, via de krant moet vèr- nemen wat de ontwikkelingen uiteindelijk gaan worden, dat de raad en de betrokkenen en de commissie binnen een week nu dit al moet ondergaan, dat had u kunnen voorkomen en ik zou er zeer wel prijs op stellen dat dat in het vervolg ook gebeurt. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik wil de woorden van de heer Van Oosterhout volledig onderschrijven. Ik had de indruk gekregen dat uit het lijstje van dingen die moesten gebeuren, met name het overleg over de omvang van de bijdrage in de exploitatie verordening dat dat terug zou komen, maar blijkbaar zijn er ge dachten over geweest die ons in de commissievergadering onthouden zijn. Dat vind ik eigenlijk wel jammer, want een ander weet ze wel en wij niet. Wij hadden gedacht dat dat concreet zou worden gemaakt in een vergadering als een voorstel en nu is het blijkbaar bij een ander wel bekend en wij moeten er maar naar raden. De heer DEN BRABER: Ja, inhakend op de laatste vraag en de eerste van de heer Van Oosterhout over die exploitatieverordening en de exploitatie-opzet en dan met name binnen de bijdrage fonds grote werken. Laat ik zo duidelijk zijn, er is een bedrag genoemd naar de projectontwikkelaar toe en ik wil dat best hier noemen, dat is 3,per uit te geven m2 dat wij die bijdrage van hen ver wachten en dat wij hen dringend verzocht hebben om daar bij de exploitatie-opzet die zij voor zichzelf moeten maken er rekening mee te houden. Wij hebben daar geen negatieve berichten op gekre gen, dus ik ga er vanuit dat wij inderdaad die 3,zullen beu ren. Maar het probleem is niet zozeer dat het college niet bereid zou zijn om die zaken eerst via de commissie te laten lopen en zo, alleen we zitten als wij gehoor willen geven aan een voort varende ontwikkeling in dit gebied en die zou geweldig gestimu leerd kunnen worden door de PNEM daar te krijgen, nou dan moeten wij op 1 april helemaal rond zijn. Als wij 1 april niet halen, dan, ik zeg niet dat de PNEM dan naar elders zal uitwijken, maar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 140