-11- stuur in overleg met het college van B W men komt tot de voordracht aan de raad. Dat is geheel conform de statuten zoals die door deze raad zijn vastgesteld. Daarmee denk ik dat ik ook de opmerking van de heer Huijpen in eerste instantie heb beantwoord. De verstrengeling van belangen, functies, pardon, daar hebben wij uiteraard over gedacht en over gespro ken, maar wij zijn de opvatting toegedaan dat wij het vertrouwen moeten hebben in mensen, zodanig dat zij weten met welke pet zij op een gegeven ogenblik zitten en wij willen niet laten we zeggen ervan uitgaan dat omdat iemand nou toevallig op het gemeentehuis werkt hij vervolgens niet bij een bepaalde club kan of mag omdat dat wel eens een keer vervelend zou kunnen zijn bij de uitoefening van zijn functie. Wij streven er niet naar om een stichting te krijgen die uit puur ambtenaren bestaat, maar daar voor en dan kom ik terug op wat ik net zeiis het overleg met het stich tingsbestuur zodra er kandidaten worden voorgedragen en heeft het college alle mogelijkheden om daar waar zij dat minder gewenst acht dat in overleg met het stichtingsbestuur te voorkomen, waarmee ik denk ik ook de opmer kingen van de heer Van de Luijtgaarden heb meegenomen. Dat is eigenlijk hetgeen ik in deze termijn wilde zeggen. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, er staat uitdrukkelijk in de statuten dat de overige bestuursleden worden benoemd op voordracht van het college van burgemeester en wethouders. De wethouder die zegt het andersom, die zegt op voordracht van het bestuur en in overleg met B W. Nou is het maar de vraag waar leg je de nadruk op. Ik wil betrokken heid bij het opsporen van bestuurleden die in een team moeten werken van het bestuur van Fidei et Arti niet uitsluiten, maar ik vind het te ver gaan dat het zo zonder meer gebeurt zo van nou, we schuiven een aantal namen door en daar moet de raad maar mee akkoord gaan. Dat vind ik niet correct. Niet ten opzichte van de raad, die moet dan zelf onderhand uit zoeken wie de betreffende mensen zijn waaraan zij de verantwoordelijkheid toevertrouwen. Dus ik zou op zijn minst willen weten wat de antecedenten zijn als een dergelijke procedure plaatsvindt tot benoeming van bestuursle den en aan de raad wordt voorgelegd op welke wijze dat de mensen verworven zijn, op grond van welke kwaliteiten dat dat gebeurt. Dan kunt u zeggen van nou, bij de eerdere benoemingen hebben we dat niet gedaan. Toen gold er een andere situatie, toen hadden we een bestuur ad interim zou je kun nen zeggen. Dat is na enkele maanden definitief verklaard. Toen zijn de zelfde kandidaten overgegaan in nieuwe functies en nu denk ik dat we toch er van uitgaan dat dergelijke vervangingen volgens vaste regels plaats vinden. Dus mijn fractie wil nadrukkelijk aangetekend zien dat dat volgens bepaalde regels gebeurt en ik heb aangegeven, dacht ik duidelijk genoeg, welke dat ik daar toe wens. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Met betrekking tot de procedure die gevolgd is, zijn we het met de wethouder niet eens in die zin dat de VVD-fractie er voorstander van is om die werving om die zo open mogelijk te laten geschieden en ik denk dat dat met name niet alleen voor de stichting Fidei et Arti moet gelden maar voor alle stich tingen. Met betrekking tot de kandidaat de heer Zonneveld, daarvan merkt u op het gaat om het vertrouwen. Het gaat natuurlijk niet om het vertrou wen of integriteit of wat dan ook, dat staat buiten kijf, maar het gaat om de positie van functies en de verstrengeling daarvan en daarvan zijn wij van mening dat die constructie nou niet direct gelukkig is. De heer VAN DE LUIJTGAARDEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de wethouder heeft ons niet kunnen overtuigen dus we blijven gewoon bij ons standpunt.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 11