-4- gaan we in de beleidsvoering de prioriteiten leggen? En dit mede in licht van de gesignaleerde tekorten van 6 a 7 ton op jaarbasis in het meerjarig perspectief. Die discussie die moeten we dan maar eens voeren. Als we daar dan nog bij optellen de lasten van een eventuele herhuisves ting van de gemeentelijke diensten dan zou zich de situatie wel eens kunnen voordoen dat we te maken krijgen met jaarlijks tekorten van 1 miljoen gulden zoals op de begroting 1990. In relatie tot de onroerend- goed-belastingen zou dit een verhoging betekenen van 60%, bij volledige strukturele dekking met name door de O.G.B. Dat is een schrikbeeld waarvan de VVD-fractie vindt dat deze onze burgers bespaard moet blijven. Op merkelijk is dan ook het antwoord van het college, daar waar gesteld wordt dat het gehele negatieve resultaat niet via inkomstenverhoging op onze burgers kan worden afgewenteld. Terwijl het college anderzijds van mening is dat bij de herhuisvesting van het gemeentelijke apparaat het aan te nemen is dat dit tot lastenverzwaring voor de burgerij zal leiden. Mijnheer de voorzitter, de VVD-fractie is van mening dat, alvorens gekozen wordt voor substantiële verhoging van de inkomsten middels verho ging van de onroerend goedbelasting, de afweging gemaakt moet worden hoe wij het uitgavenpatroon kunnen beperken en daarbij prioriteiten stellen, dit alles op de juiste aktuele financiële basis. Mijnheer de voorzitter, zoals gezegd: de meerjarenbudgetanalyse laten rekening houden met de lasten van nieuwe investeringen en een aantal beginposten te kort te zien van 6 ton op jaarbasis. Daarbij zijn volgens de visie van de VVD-fractie twee vragen te stellen: Is de post van 126.000, al niet opgenomen in de post 0.0, niet in te delen uitgaven? Daarnaast hebben wij de indruk dat aan de inkomstenkant nog steeds rekening is gehouden met de zogenaamde onttrekking aan het egalisatiefonds gemeente werken tot een bedrag van 215.000, Is onze conclusie juist dat het college hier struktureel rekening mee houdt? Immers in de categorie 60, reserveringen, heeft het college wel rekening gehouden met een weg vallende onttrekking risicofonds ziekteverzuim van 60.000,en inderdaad een eenmalige onttrekking uit het fonds specifiek welzijn van ruim 3 ton. Maar zoals gezegd, het niet langer beschikken over de egalisatiereser ve van gemeentewerken van 215.000,na 1990, kunnen we niet terugvinden. De onttrekking wordt dus een struktureel dekkingsmiddel. Tenslotte nog een enkele opmerking, mijnheer de voorzitter. Het college handhaaft blijkbaar als dekkingsmiddel na 1990 de stelpost "profijtbeginsel" van 50.000,terwijl deze post eerder, als buitengewoon zacht, is gekwa lificeerd door de VVD-fractie. Met betrekking tot het Fcnds Grote werken; dit fonds staat in de staat van reserves vermeld met een saldo van 1,3 miljoen. We zien bij het investeringsprogramma over de periode van 1990 tot en met 1993 dan wordt over deze periode 6 ton onttrokken. Wij laten het bij deze vaststelling. Mijnheer de voorzitter, de conclusie van de VVD-fractie is dat het gesignaleerde tekort van 1 miljoen begroting 1990 voor 6 a 7 ton struktureel van kracht is. En dan zijn er verschillende beginposten, met name die van herhuisvesting en gemeente lijke diensten nog niet ingevuld. Voorwaar geen aantrekkelijk toekomst perspectief en dan heeft dat niets te maken met (doemdenken, mijnheer de voorzitter, maar heel veel meer met een zakelijke realistische benade ring volgens onze visie. Met betrekking tot de onderhoudsfondsen zouden wij het volgende op willen merken, mijnheer de voorzitter. Het verheugt de WD-fractie in hoge mate dat onze suggestie van weleer, om het verloop van de onderhoudsfondsen eens nader te beschouwen, door het college

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1990 | | pagina 118