-10-
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de procedure tot benoeming
van bestuursleden in de stichting is beschreven in de statuten die we
nog niet zo heel lang geleden hebben goedgekeurd. Aangegeven is dat de
raad benoemd op voordracht van het college van burgemeester en wethouders.
De CDA-fractie vraagt echter uw college op welke gegevens heeft u nu de
voordracht gebaseerd. We hebben wel gezien dat er een brief binnengekomen
is van de stichting, maar wat voor gegevens zijn er nou ter beschikking
voor de raad om zijn verantwoordelijkheid in deze te dragen, want wij heb
ben alleen maar de beschikking gekregen over twee namen en waarbij de
brief van de Stichting Cultureel Centrum Fidei et Arti wijst op de betrok
kenheid van één van de voorgestelde op het gebied van de regelgeving. Maar
wij zouden het toch op prijs stellen als dit soort zaken, waarbij de ver
antwoordelijkheid uiteindelijk bij de gemeenteraad berust via een open
werving zou geschieden en ik denk dat het om het even is wie dan die open
werving verricht, maar daar heb ik geen enkel spoor van gezien, dus het
kan zijn dat de stichting weliswaar zelf op kandidaten uitgaat en zegt
van wij hebben die en die bekeken en op die en die gronden komen wij met
een bepaalde voordracht, maar nu is het wel heel magertjes wat er aan de
raad ter kennis wordt gebracht.
De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. Een opmerking
van dezelfde aard: Welke procedure wordt er nu precies gevolgd? En in alle
objectiviteit, laat dat duidelijk zijn, zou ik de volgende kanttekening
willen maken. Mijn fractie is er niet voor om functies al te veel te ver
strengelen.
De heer VAN DE LUIJTGAARDENJa, voorzitter, de fractie van de Partij
van de Arbeid kan zich niet vinden in het benoemen van ambtenaren in het
bestuur van Fidei et Arti. Niet alleen omdat er naar buiten toe een wat
onduidelijke situatie ontstaat over de positie van de betrokkene. Volgens
de fractie komt een ambtenaar in een moeilijk pakket te zitten enerzijds
als lid van het bestuur en anderzijds als adviseur van het gemeentebestuur
die dat bestuur moet controleren. Daarom kunnen wij ons niet vinden in
de benoeming van de heer Zonneveld als lid van het bestuur van Fidei et
Arti
De heer KOCH: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. In eerste instantie de
vragen die dus van het CDA en VVD gesteld zijn in verband met de procedure
zouden misschien ook nog op kunnen roepen. Maar wat betreft de personen
daar hebben wij dus als zodanig geen bezwaar tegen. Ook omdat in dit geval
gezegd wordt een ambtenaar, nou die heeft ook zijn vrije tijd en is vrij
in zijn activiteiten. Alleen moeten we er wel voor waken dat er dus niet
teveel op een gegeven moment een verstrengeling komt, maar wat de mensen
's-avonds in hun vrije tijd doen
De heer VAN OVERVELD: Ten aanzien van de gevolgde procedure. Nou, daarbij
kan ik alleen zeggen dat dezelfde procedure is gevolgd als die in het ver
leden is gevolgd. Op dezelfde wijze als in voorafgaande gevallen is aan
de raad een in dit geval tweetal personen voor te dragen. Bij vorige voor
drachten hebben wij ook geen uitvoerige toelichting daarop gegeven. Vanuit
mijn positie als wethouder ben ik adviseur van de stichting en ben als
zodanig bij het hele gebeuren nauw betrokken geweest. Ik vind het niet
juist om de eerder gevolgde procedure te wijzigen op het moment dat zich
een verkiezing voor twee nieuwe leden moet voordoen, of benoeming voor
twee nieuwe leden moet voordoen. Als dat nodig mocht zijn dan zal dat in
overleg met het stichtingsbestuur moeten gebeuren. Dat geldt eigenlijk
ook voor uw opmerking ten aanzien van de open werving. De procedure zoals
hij nu gevolgd wordt is zodanig dat op voordracht van het stichtingsbe-