4-
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, met betrekking tot het eerste
bezwaarpunt daarvan zijn wij ook van mening om dat ongegrond te verklaren.
Met betrekking tot het tweede bezwaarpunt inzake het subsidiëren van niet
bevoegde trainers, wij hebben het daar in de welzijnscommissie diverse
malen uitgebreid over gehad. We hebben het recentelijk met de achterban
ook nog eens doorgepraat en wij zijn tot de conclusie gekomen dat naar
ons idee we op de verkeerde weg zijn als we dus deze verordening op deze
manier uit blijven leggen en handhaven. Met name de aanpak zoals de Bas
ketbalclub De Vossenberg dat doet is een aanpak die ons bijzonder aan
spreekt. Daar vindt al een voorselectie plaats hebben we begrepen. Dus
men gaat uiterst zorgvuldig om met middelen en ik denk dat het alleszins
het overwegen waard zou zijn om toch nog eens een keer te kijken naar het
standpunt wat toen indertijd door het college en de meerderheid van de
raad is ingenomen. Wat wij ons ook afvragen is, hoe verhoudt zich dit ar
tikel 59c van de subsidieverordening zich met het doel Misschien dat
daar de wethouder wat toelichting op kan geven.
De heer VAN OVERVELD: Ten aanzien van de suggestie die van de zijde van
het CDA gedaan wordt om bij de evaluatie van het welzijnsplan dit aspect
speciaal nog eens onder de aandacht te brengen, nou, daar verzet zich mijns
inziens niets tegen. Wij zullen daar dus duidelijk aandacht voor hebben.
Zo niet, dan zal uw vertegenwoordiger in de welzijnscommissie ongetwijfeld
nog een keer naar voren brengen. Ten aanzien van de opmerking van de heer
Huijpen zeg ik nogmaals wij hebben daar inderdaad, zoals u zegt, al heel
vaak over gedebatteerd in de welzi jnscommissieJarenlang. Wij zijn tot
deze constructie gekomen en kunnen dan ook niet anders dan conform de
bestaande verordening handelen zoals dat nu gebeurt. U vraagt naar het
doel van het vergoeden, het gedeeltelijk vergoeden overigens, van trainers-
kosten van bevoegde mensen. Dat is er voor te zorgen dat er in ieder geval
een zekere mate van kwaliteit wordt gewaarborgd wat betreft de know-how
binnen sportverenigingen. Ja, wanneer u het met die doelstelling niet meer
eens bent dan denk ik dat ook u, dat overigens al verschillende malen
hebt duidelijk gemaakt. Ten tweede daar bij de evaluatie van het welzijns
plan daar nogmaals denk ik de nodige duit in het zakje kunt doen. Ik heb
daar verder niks aan toe te voegen of ik zou in herhaling gaan vallen.
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb ook aan mijn eerste
termijn niks toe te voegen, maar wat ik me afvraag namens mijn fractie
is, op welke termijn kunnen we daar nou nog eens een keer over van gedach
ten wisselen, want die evaluatie van het welzi jnsplan dat staat ook al
lang op de rol en ik weet niet in hoeverre er nou zicht is dat we dus op
korte termijn daar eens een keer over discussiëren.
De heer VAN OVERVELD: Ik denk dat kort na de grote vakantie dat dan het
welzi jnsplan aan de orde is in de welzi jnscommissie. Een exacte datum heb
ik niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
6.2. Voorstel tot behandeling van het bezwaarschrift van de S.O.J.O. "Try",
tegen de eis van B W betreffende de controle op de financiële administra
tie
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, hoewel wij begrip kunnen hebben voor
het standpunt van het college, moet ons toch wel van het hart ten aanzien
van de kwestie van de controle op de financiële administratie is er een
behoorlijk aantal hoeveelheden papier over en weer gegaan en ik denk als
je met een vrijwilligersorganisatie werkt als bij SOJO "Try", dat er toch