-15-
en ik vind dat toch een zeer kwalijke zaak. Ik had de indruk dat wij de
afgelopen drie jaar in toenemende mate naar elkaar toe waren gegroeid en
toch in een zekere harmonie hier het gemeentebestuur hadden waargenomen,
hadden waargemaakt en de manier waarop de discussie nu van die kant ge
voerd wordt bevalt mij eigenlijk allerminst. En ja, mijnheer Wijnen, in
derdaad wij zijn in tien jaar tijd blijkbaar van mening veranderd, maar
ik zal thuis nog eens een oude krant opzoeken waarin de woordvoerder van
het CDA voorstelt om de haven te dempen. Die krant heb ik ook nog liggen
hoor.
De heer VAN OOSTERHOUT: U hoeft misschien niet zo ver terug te gaan, mijn
heer Den Braber. Mijnheer de voorzitter, ik wil van de gelegenheid alleen
gebruik maken om even te verklaren waarom mijn fractie niet met het voor
stel van de VVD mee kan gaan. Kijk, de wijze waarop de VVD het nu zo voor
stelt van tweeledigheid in deze haven, enerzijds moet de watersportvere
niging de mogelijkheid hebben, anderzijds moet de firma Duijnhouwer de
mogelijkheid hebben. Dat klinkt heel aardig, dat is heel sympathiek, met
name naar de watersportvereniging want die jongens zijn dan geholpen, maar
de WD weet, moet weten, dat dan het spel gespeeld is in die zin dat de
enige die er gebruik van gaat maken is dan de watersportvereniging. De
andere gegadigde heeft in dat verband geen enkele belangstelling.
De heer HUIJPEN: Dat hoeft toch niet
De heer VAN OOSTERHOUT: Dat zegt u, dat is uw opvatting van de wijze waar
op Duijnhouwer het beleid moet voeren, maar daar zit ik hier niet voor.
Ik zit hier voor de belangen van de hele gemeenschap en dan zeg ik in
die afweging, waarbij je dit voorstel doet dan wimpel je dus de mogelijk
heid tot het komen van een overeenkomst met Duijnhouwer af. Nou, mijn
fractie laat die kans in ieder geval niet voorbij gaan om die overeenkomst
wel met Duijnhouwer te sluiten, dus kunnen wij uw voorstel niet steunen.
Anderzijds ben ik eigenlijk zeer geïnteresseerd in uw opvatting over het
volgende. Kijk, u zegt B W en daar waar er initiatieven zijn van de be
volking krijgen die stelselmatig niet de aandacht die ze behoren te krij
gen. U weet uit het verleden dat initiatieven vanuit de bevolking wel heel
duidelijk zijn ondersteund, maar in dit verband gaat het toch om investe
ringen die vrij veel kapitaal vergen, financieel een zware last zullen
vormen, ook voor de gemeente. En nu we de gelegenheid krijgen om op een
zeer fatsoenlijke wijze met alle verplichtingen in een pracht van een
overeenkomst dit geheel onder te brengen bij iemand anders, dan zegt u
van ja, die verantwoordelijkheid wil ik niet afschuiven, want dat heeft
u in eerste instantie al gezegd en u vond dat wij dat wel deden. Nee, die
verantwoordelijkheid wilt u naar u zelf toe halen, maar zodra er dan, als
je dat dan doet op deze manier, financiën aan te pas komen dan zegt u van
nou, die trekken we wel uit. Behalve als een belastingvoorstel aankomt dan
bent u niet thuis. Kijk, op dit moment waar u zegt van wij willen er per
sé zelf middelen voor uittrekken, dan zeg ik waarom Er is iemand die
dat voor ons wil doen en die voor 12.500 Oudenbosschenaren het probleem
van de haven, niet helemaal zal oplossen, maar toch in ieder geval tot
ontplooiing zal brengen. De haven
De heer WIJNEN: En voor anderen vergroot die exploitant het.
De heer VAN OOSTERHOUT: Wat vergroot hij
De heer WIJNEN: Het probleem, het financiële probleem.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, inderdaad, de afgelopen twintig jaar hebben
een aantal mensen gratis in de haven kunnen liggen, dat is duidelijk en
er zal nu een bedrag op tafel moeten komen, maar het kan toch niet zo