-7- 8. Beslissing op verzoek om voorziening tegen besluit van burgemeester en wethouders tot het weigeren van een bouwvergunning De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het advies van de commissie dat is natuurlijk wel duidelijk. Dat laat geen twijfel open. Ik denk toch dat het van belang is om in samenhang met dit besluit van de raad te kij ken wat gebeurt er nou, want wij kunnen natuurlijk wel hier keurig beslui ten van wij verlenen geen vergunning, maar het is evenzeer belangrijk van wat gaat er nou verder gebeuren, want dat schept de rechtszekerheid of de duidelijkheid in deze zaak. Dus dat zou ik wel graag willen vernemen. De heer DU PONT: Ja, voorzitter, wij hadden exact dezelfde vraag als de heer Wijnen, maar ik heb in dezelfde commissie gezeten, dus het zal u niet verbazen. De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, binnen het college hebben we ons nog niet gebogen over de vraag hoe wij een vervolg aan dit nog te nemen besluit zouden kunnen geven. Wel lijkt het mij verstandig, gezien de voor geschiedenis om in eerste instantie in gesprek te treden met de betrokkene en op basis daarvan in het college al dan niet in samenspraak met de com missie openbare werken en ruimtelijke ordening te bezien wat wijsheid is. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9.1. Voorstel tot verkoop van grond aan de gemeente Hoeven,met wijziging gemeentebegroting 1989 De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, in de commissie algemene en be stuurlijke zaken, weliswaar in beslotenheid zonder enige voorbereiding, heeft u dit punt aan de orde gesteld. De VOORZITTER: U weet ook waarom hè, want dan mag ik me toch wel even ver dedigen. Ik werd op de avond of de middag voor de vergadering geconfron teerd met het feit dat er een besluit in Hoeven was genomen en dat daar één van de leden van de commissie uit anderen hoofde al van op de hoogte was. Toen heb ik me gehaast om u te vertellen wat er vooraf was gegaan. De heer WIJNEN: Ja, dat is me duidelijk, maar er is eigenlijk iets te wei nig aan vooraf gegaan, namelijk het consulteren van de raad, want ik lees uit de stukken die uiteindelijk toch ter inzage gekomen zijn, dat er al in juni, meer dan een half jaar geleden, gesprekken zijn gevoerd over de gang van zaken rond de verkoop en aangezien we wel vaker grond verkopen heeft het me toch wel verbaasd waarom deze verkoop niet besproken is met de raad, want nu is het dan zo dat het lijkt alsof de gemeente Hoeven in middels dat stuk al gekocht heeft en dat GS het al goedgekeurd heeft, maar goed wij worden nu geconfronteerd met ja een toezegging van B W aan de gemeente Hoeven van voor die en die prijs kunnen we medewerking verlenen. Dat heeft me hogelijk verbaasd. Ik had in ieder geval over de procedure, over de gedachte willen we het verkopen, had ik in ieder geval in een eer der stadium geïnformeerd willen worden en ook over de bepaling van de prijs Ik denk dat de bepaling van de prijs, dat zal met de dag spannender wor den wat er geboden gaat worden en ik denk dat Oudenbosch daar een belang in heeft, dat je niet zo maar kan zeggen van nou, we hebben dat eens even bekeken en ja, och het leek ons wel wat om het zo te doen. Ik denk dat je daar best wel diepgaand over nagedacht had mogen hebben. Uit de stuk ken blijkt dat in ieder geval niet. Ik zie dat er gewerkt is met een be rekening van de opbrengst voor de komende periode van de erfpachtovereen komst en voor 4,6 hectare daar komt u dan tot een bepaalde prijs en die heeft u dan wat verhoogd, maar ik denk dat het reëel is om te zeggen van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 7