-4— allemaal bindend Tot nu toe is niet aangegeven welke betekenis aan de erfpachtovereenkomst moet worden toegekend in verband met de ontwikkeling van het toerisme in onze haven. Welke functie kent het college toe aan de haven in verband met het vreemdelingenverkeer Verwacht u dat als gevolg van de erfpachtovereenkomst het aantal passanten belangrijk zal kunnen toenemen of leidt de overeenkomst vrijwel uitsluitend tot het ver huren van vaste plaatsen aan bootbezitters in de zwaaikom. Naar onze schatting wordt de zwaaikom het meest karakteristieke deel van de haven, alleen gebruikt voor de winterberging en vormt de erfpachtovereenkomst sta in de weg voor de toeristische ontwikkelingen van de havenkom. Zelfs de watersportvereniging had op dit gebied een betere kijk. Graag toch uw mening hierover. Wat is nu inmiddels wel gebleken uit de ter inzage ge legde stukken De erfpachter heeft, zo constateren wij uit de verslagen, vrijwel permanent tijdens het contact met de gemeente, het college en de gemeenteraad, op een onaanvaardbare wijze onder druk willen zetten. Voor de raad er precies achter zou kunnen komen wat de overeenkomst inhoudt, zou de haven moeten zijn overgedragen. Op het laatste moment moest de ter mijn van dertig jaar nog worden verlengd tot vijfendertig jaar. In Roosen daal nam de erfpachter trouwens genoegen met een periode van 25 jaar. Het college heeft de raad steeds bij belangrijke beslissingsmomenten afzijdig en onwetend gehouden. Ik wijs u daarbij op het eerste verzoek van de wa tersportvereniging om de haven te kunnen gaan exploiteren. Begin 1988 stelde de directeur gemeentewerken in een notitie naar aanleiding van een verzoek van eind december de verhuurmogelijkheid van vaste ligplaatsen in de haven aan de orde te stellen in de commissie algemene en bestuur lijke zaken van 5 januari 1988. Hierop is evenwel niet ingegaan. Wel is tijdens die vergadering gesproken over het vaarrouteplan en de voorwaarden tot toetreden. Bij de algemene beschouwingen en ook tijdens die vergade ring is nadrukkelijk gevraagd om de gedachtenvorming rond de haven op te starten. Waarom is de vraag van de watersportvereniging en de suggestie van de directeur toen niet besproken In een notitie over de uitgangs punten om de haven te gaan exploiteren, die is opgesteld op 8 februari door de directeur gemeentewerken, zijn een groot aantal zaken over het beheer van de haven behandeld. In die notitie was ook trouwens al aange kondigd aan de watersportvereniging dat de uitgangspunten bekeken zouden worden. De directeur die stelt dat 22 boten een redelijke pachtprijs be paald dient te worden in zijn verhaal. Naar zijn mening zou die gesteld kunnen worden op 50,per jaar. Op pagina 4 van dezelfde notitie gaat de directeur in op de maximaal te hanteren prijs voor een ligplaats. Deze mag niet te hoog worden gesteld anders bedreigt men de belangstelling. De directeur stelde toen de prijs vast op circa 350,per jaar. Tot slot heeft de directeur ook nog voorgesteld de notitie te bespreken in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening. De betreffende noti tie is daar echter nooit geagendeerd of besproken. Waarom vond uw college het niet nodig deze informatie met de raadscommissie te bespreken Na het verzoek van de watersportvereniging dat door het college is aangehou den zonder kennisgeving aan de raad verleende u wel medewerking voor de verhuur van kano's in de haven. Een ander verzoek om in de haven boten te mogen aanmeren werd op 27 juni tot uw college gericht. Na overleg met de Stichting Vaarrouteplan en na instemmende reacties van het gemeentebe stuur Oud Gastel en van diverse ambtenaren van de gemeentesecretarie, werd een officieel verzoek ingediend om dertig ligplaatsen te creëren langs de haven op grondgebied van de gemeente Oud en Nieuw Gastel. Het verzoek is niet geheim, het is sinds kort bij mij bekend. In het overleg heeft het overigens nooit een rol gespeeld, maar de betreffende aanvrager die schrijft: "Naar aanleiding van allerlei publikaties met betrekking tot de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 73