-21- De heer WIJNEN: Waarom lagen die vandaag dan niet beschikbaar De VOORZITTER: Omdat we vandaag niet over een bouwvergunning spraken. Nee, luister, ik betreur dat ook. Ik vind het jammer, want ik had het veel fij ner gevonden als die informatie allemaal ter beschikking was geweest, maar het is niet zo. Er zijn drie aanvragen voor een bouwvergunning: één voor de uitvoering van fase 1, dat wil zeggen binnen het kader van het huidige bestemmingsplan zo te realiseren gedeelte, één met betrekking tot de bouw van dat gebouw, waartoe hij zich op grond van die erfpachtovereenkomst verplicht en één ten behoeve van de inrichting van fase 2. Dus het stuk waarover de onzekerheid bestaat omdat dat het stuk is waarvoor dat nieuwe bestemmingsplan moet worden gemaakt. Dus er zijn best concrete plannen aanwezig. Wat dat betreft zouden we dus met behulp van die plannen wel licht toch een invulling kunnen maken, waarbij met name de bouwaanvrage voor fase 2 onderwerp van gesprek zou kunnen zijn in de commissie open bare werken en ruimtelijke ordening en wij vandaag wat dat betreft zouden kunnen besluiten tot de erfpachtovereenkomst zoals die hier voorligt onder voorwaarde dat u zich kunt vinden in de invulling zoals die blijkt uit die tekening. Die tekening kan u worden verstrekt en het wordt geagendeerd als een punt wat te bespreken is als een van u leden van de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening daaraan dan behoefte heeft, want we moeten niet bij voorbaat streven naar een herhaling van zetten met be trekking tot die zaak zoals dat eerder al in de commissies heeft plaatsge had. Met betrekking tot het onderdeel tarief, ja, heb ik u niet meer te bieden dan ik daarstraks gedaan heb en dat is niks. Maar ik ben daarin heel duidelijk. Ik denk wel dat als er vandaag groen licht komt dat Duijnhouwer best bereid is en ik denk dat als u dat uitspreekt, dat hij daar ook onmiddellijk gevolg aan zal geven, best bereid is om morgen het contact te openen en de besprekingen te beginnen. Ik kom dus met een aan vullend voorstel op wat er al ligt. Ik stel voor dat we daar in een in stantie in de raad nog over spreken. De heer VAN OOSTERHOUT: Ik zou het bijzonder jammer vinden, want het was toch mijn inzet van vanavond dat het vanavond niet zijn beslag zou krijgen in enigerlei vorm. Ik zou dat uitstel betreuren. Ik zou het nog meer be treuren dat er eventueel sprake zou zijn van afstel. Mijn inzet was dat het door moet gaan. Ik heb zelf' het voorstel gedaan om eventueel met een bepaald voorbehoud te werken. Ik heb nog één opmerking met betrekking tot het voorstel zoals u het nu formuleert. Ik zou daarin mee kunnen gaan als dat betekent dat er wat betreft die bouwplannen alleen gesproken wordt over de zaken die daarbij relevant zijn en dat dus verder het voorstel zoals het hier vanavond op tafel ligt dus geen discussie meer oplevert, want ik vind dat wat we hier vanavond in de raad met elkaar bespreken niet maandagavond nog eens een keer dunnetjes moet worden overgedaan. Dus het betreft uitsluitend de voorliggende bouwplannen. Zijn die akkoord dan vind ik dat wij aan de firma Duijnhouwer het goed koopmanschap moeten toe dichten. Hij heeft dat dacht ik elders ook al aan de dag gelegd. Ik denk dat ook in dat geloof de besprekingen zijn gevoerd en daar wil mijn frac tie dan mee gaan werken. Akkoord met uw voorstel als tenminste is voldaan straks aan de wijze waarop maandagavond met de plannen wordt omgegaan. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, het lijkt natuurlijk wel sympa thiek om te zeggen van nou, dan kunnen we dat maandag nog wel eens bekij ken. Ik vind het wel hoogst vreemd dat nu ineens plotseling wel allerlei voorstellen er liggen, concretiseringen en daar is nadrukkelijk altijd om gevraagd van hoe ziet het er uit, wat gaat er gebeuren en dan kun je wel zeggen van het gaat nu om een juridische erfpachtovereenkomst, maar de bedoeling is toch altijd geweest en als het er nu ineens wel kan komen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 60