-20-
De heer WIJNEN: Daar hebben we geen zicht op. Kijk, ik kan me nog herin
neren dat er in deze vergadering gesproken is over de beschoeiing van het
Turfhoofd, die zou worden gaan vervangen. Dat zou een miljoen gaan kosten.
De VOORZITTER: 8 ton.
De heer WIJNEN: 800.000, nou goed, maar misschien draait het wel uit
op een miljoen, maar nou lag hij in de weg. Ik heb wel eens gezegd van
nou, laten we eerst eens kijken wat we met dat gebied en de omgeving daar
van willen en hoe we dat gaan inrichten. In dat verband vind ik dat we
nu toe zijn aan het inmeten van een aantal zaken. Wij zeggen van nou, dat
is voor 35 jaar, want zo moeten we eigenlijk nu vooruit gaan denken en
dat leren we geleidelijk aan ook in het kader van het plan Hoogenberk,
dat we onze zaken op elkaar moeten afstemmen en nou gaan we eigenlijk een
inrichting, op een inrichting gaan we vooruitlopen, gaan we een voorsprong
nemen en eigenlijk hebben we daar het bestemmingsplan nog niet voor gere
geld. Ik denk dat bij dat bestemmingsplan, daar komt niet alleen de haven
aan de orde of de belangen van de haven, maar ook winkelactiviteiten en
allerlei andere zaken, verkeerszaken, parkeren en noem ze maar op, be
drijfsvestigingen daar ter plekke. Dus ik denk dat je daar toch in een
wat ruimer kader moet kunnen gepraat hebben van zo wordt het. In ieder
geval moet je het zo maken dat je jezelf niet voor de voeten loopt, wat
hier al herhaaldelijk gebeurd is.
De VOORZITTER: Ja, maar wat dat betreft is er wel duidelijkheid. Ik schets
te u, er is de insteekhaven, er komt dat gebouwtje wat bedongen is, er
mogen geen winkelactiviteiten komen, dat staat ook in de erfpachtovereen
komst, hij moet parkeerplaatsen aanleggen en er is
De heer WIJNEN: Nee, maar dat zijn allemaal negatieve zaken. Het gaat ook
om positieve elementen.
De VOORZITTER: Nee, het is het totaal wat bepaalt wat er moet gaan gebeu
ren. Maar goed, ik zeg u in alle eerlijkheid, u krijgt het van mij uit
de tweede hand. Waar ik nog mee zit is de vraag of aanhouden een aanvaard
bare oplossing voor vanavond is. Hij lijkt wel sympathiek, maar als dat
de realisering van de plannen afsnijdt dan zou ik me toch achteraf nog
eens aardig in de haren krabben als ik
De heer DEN BRABER: 35 jaar is toch een aanzienlijke periode.
De VOORZITTER: Dat ben ik met u eens, maar als de condities voor het re
aliseren er nu zijn en op een ander moment niet. Ik wil het in ieder geval
vaststellen en ik wil daar wat duidelijkheid over hebben, dus ik schors
voor enkele minuten de vergadering.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na opheffing van de schorsing stelt:
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat op zich genomen het aanhouden van het
voorstel niet onmogelijk is, maar dat één maand uitstel één jaar uitstel
in activiteiten betekent, omdat de firma Duijnhouwer onmiddellijk wil be
ginnen met de uitvoering van fase 1 om op die manier in het vaarseizoen
wat aanbreekt al aan de slag te kunnen. Dat houdt ook verband met het feit
dat kennelijk in de bedrijfstak waarin hij werkzaam is de zomer hoogtij
is en dat hij nu, zeg maar een stukje onrendabel dal in zijn werkzaamheden,
of in zijn bezetting kan benutten voor dit soort activiteiten. De direc
teur en het hoofd bouw- en woningtoezicht hebben mij overigens op iets
anders geattendeerd. De plannen zijn zeer concreet. Er zijn inmiddels bin
nengekomen drie aanvragen voor een bouwvergunning.