-6-
De VOORZITTER: Een onderwateropname van de heer Huijpen.
De heer HUIJPEN: Die komt nu boven water. Nee, maar ik denk dat het te
ver strekt om daar indringend op in te gaan, in die zin dat wij van mening
zijn dat het belangrijk is om het milieuaspect dus in alle uitgebreidheid
dus mee te nemen en het is dus mogelijk om zeg maar de resten van het ver
teringsproces via een pompje in de haven te doen deponeren en daar heeft
mijn fractie moeite mee.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ten aanzien van de verordening
leven bij ons minder problemen. Het is wel de vraag wie gaat nou en op
welke wijze gaat nou de verordening nageleefd worden als er een intensie
ver gebruik gemaakt gaat worden van de haven. Ik stel me voor dat dat toch
nog wel wat personele consequenties kan hebben.
De VOORZITTER: Naar de heer Huijpen toe, ik dank hem voor het feit dat
hij mij vanmiddag al attendeerde op de amendementen die hij vanavond te
berde zou brengen. Daardoor was het voor mij mogelijk om me daarop te pre
pareren en dat leidt dan toch tot de meest verantwoorde vorm van besluit
vorming. Het is in veel havens gebruikelijk om daar waar voorzieningen
voor het afmeren ontbreken om tegen elkaar aan te gaan liggen. Je ziet
dat bijvoorbeeld in de haven van Willemstad op grote schaal gebeuren. Bij
de opzet zoals die hier bij ons wordt beoogd gaat iedereen in boxen lig
gen en voorzover dat niet is, is het langs afmeren langs een steiger die
het onmogelijk maakt om daar nog met zijn tweeën te gaan liggen, want dan
ga je de doorvaart belemmeren. Dus bij de boxen is het onmogelijk want
daar kan geen boot tussen, geen extra boot bij en daar waar er een langs
aanmeert bij een steiger is het nadrukkelijk ongewenst, zegt mij de direc
teur gemeentewerken, omdat dat onmiddellijk leidt tot het blokkeren van
de vaarroute. Dat zal ook betekenen dat als iemand dat zou willen doen
de havenmeester onmiddellijk moet optreden en moet zorgen dat er een an
dere plaats komt. Dus uw voorstel met betrekking tot artikel 10 lijkt in
onze haven niet opportuun en zouden wij willen ontraden. Anders is het
met betrekking tot artikel 27. Ik denk dat het goed is om het verbod zoals
u suggereert om dat gebruik van onderwatertoiletten binnen de haven om dat
inderdaad op te nemen. Wellicht mag je uit de tekst overigens al conclu
deren dat het er al onder valt, maar ik denk dat het helemaal geen pro
bleem is om dat nog eens extra te vermelden. Recentelijk is ook in de pu
bliciteit daar aandacht aan besteed, omdat er natuurlijk toch in een omge
ving waar je dan met velen ligt een buitengewoon milieubedervende omstan
digheid is. Dus wij zouden dat voorstel zoals de heer Huijpen dat doet
met betrekking tot artikel 27, dus het verbod op het gebruik van onder
watertoiletten in de haven aan u willen voorstellen over te nemen. Met
betrekking tot de vraagstelling van de heer Wijnen. Wie het gaat naleven?
De bedoeling is dat eenieder die gebruik maakt van de haven het gaat nale
ven en hoe dat gebeurt, door het optreden van de havenmeester danwel op
grond van het te maken gebruiksreglement door de erfpachter, maar dan zit
ten we in de fase van agendapunt 11, als het gaat om het optreden binnen
het te verpachten gedeelte. Dat betekent wellicht wat meer beslag op de
tijd van het gemeentepersoneelWe hebben toch niet de indruk dat dat zo
enorm toeneemt. Nu gebeurt het doordat de havenmeester, een van de bui
tendienstmedewerkers van gemeentewerken zo af en toe komend langs de haven
maar iedere dag wel een keer, zich van die taak kwijt en in de toekomst
zal het naar wij hopen op zo'n zelfde manier, misschien met een verhoging
van de frequentie, ook gaan gebeuren. Akkoord met het voorstel Kunt u
zich verenigen met de amendering die daar door de heer Huijpen aan is ge
geven Ik neem aan, want we hebben de verordening tevoren op het pro
vinciehuis besproken en men was akkoord met de tekst zoals die voorligt