-36- De VOORZITTER: Wij zijn in het stadium van besluitvorming gekomen. Wij hebben dacht ik inmiddels een duidelijk voorstel, het voorstel zoals het is verwoord in het preadvies. Daaraan toegevoegd de trendmatige verhoging voor het containergebruik in de verordening reinigingsheffingen en eventu eel het besluit zoals de provincie dat vraagt met betrekking tot die effi- ciency-heffing. Mag ik dat als pakket in stemming brengen of mag ik vragen wie er nadrukkelijk aantekening vraagt daartegen te zijn? Dan stel ik vast dat we het besluit nemen met de stemmen van de heren Huijpen en Van Dongen tegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten onder aantekening dat de leden Huijpen en Van Dongen tegen dit voorstel zijn. De VOORZITTER: Ik heb, mevrouw, heren, in de pauze aan de fractievoorzit ters gevraagd of ik nog een agendapunt ter tafel mocht brengen. Het is inmiddels uitgereikt, maar ik moet er naar de pers toe en naar de leden van de raad toe onmiddellijk bij zeggen dat het voorstel zoals het is uit gereikt niet het voorstel is wat ik bij u nu ter tafel breng. Het betreft het eventueel uitvoeren van een organisatie-onderzoek. Wij stellen vast dat we vanaf vandaag ongeveer 6 weken, nee precies 6 weken niet bijeenko men en dat betekent in feite een enorme periode. Om nu tijdverlies te voorkomen zou ik u willen vragen om in principe te besluiten tot het be schikbaarstellen van een werkkrediet, maar nadrukkelijk alleen te gebrui ken bij een instemming met het laten verrichten van een onderzoek van in stemming van een gewogen meerderheid van de commissie algemene en bestuur lijke zaken en dat betekent nadrukkelijk dat wij vanavond geen uitspraak doen over het wel of niet noodzakelijk zijn van het onderzoek, maar dat we vanavond alleen de eerste stap zetten op de weg om tijdverlies te voor komen en of we wel of niet tot een onderzoek zullen komen, daarvoor zullen we nog uiterst zorgvuldig met elkaar discussiëren in de commissie algemene en bestuurlijke zaken. Dat voorstel zou ik u willen doen. 27 Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van het doen uitvoeren van een organisatie-onderzoek/wijziging gemeentebegro ting 1989 De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Met de grootste pijn en de grootst mogelijke moeite akkoord met dit voorstel. De VVD-fractie acht zich op geen enkele wijze gebonden dan behalve dat er een krediet gevoteerd wordt op dit moment zonder enig essentieel doel en wij achten ons ook niet gebonden aan datgene wat er onder b verwoord staat. De VOORZITTER: Nee, maar dat is duidelijk. U machtigt het college niet. Daar hoort heel nadrukkelijk bij dat het slechts gebruikt kan worden bij instemming door een gewogen meerderheid van de commissie. De heer VAN OOSTERHOUT: Voor alle duidelijkheid, voorzitter, samenvattend stellen wij u voor wat u net zei en niet wat hier staat toch? Zo moet u het denk ik verwoorden, dan is het duidelijk. De VOORZITTER: Zo is het en niet anders. De heer WIJNEN: Voorzitter, ik heb behoefte aan een momentje schorsing als dat mogelijk is. De VOORZITTER schorst de vergadering. Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan: de heer WIJNEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. In de schorsing hebben we beraadslaagd over de wijze om te komen tot een dergelijk voorstel in

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 321