-32- suggestie van de heer Van Oosterhout te volgen waar hij zegt dat te doen in een artikel van de zijde van de gemeenteraad. Ik denk dat dat de taak is van het college en ik stel me voor dat we dat dan als college inderdaad duidelijk onder de aandacht van de burger brengen. De heer VAN OOSTERHOUT: Ik heb geloof ik gezegd gemeenteraad, maar het moet uiteraard zijn B W. De VOORZITTER: Dan zijn wij het met elkaar eens. En met betrekking tot het spreiden van de aanslagen heb ik al gereageerd. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter, dank u wel voor uw verhelderende reactie. Daar ben ik heel erg blij mee en wel om de vol gende reden. U hebt gesteld dat het ontegenzeggelijk zo is dat er een aan tal tegenslagen gepasseerd zijn, met name Fidei et Arti, rioleringen. Wat dat betreft heeft de VVD-fractie zich niets te verwijten. Bij de begro tingsbehandeling voor 1989 hebben we duidelijk aangegeven dat met name met betrekking tot Fidei et Arti de opgenomen middelen te laag waren. Dus nou, we zien nu de feiten. Met betrekking tot uw opmerking dat het niet correct zou zijn naar de burgers toe. Ja, het probleem is dat die mensen maar moeilijk weten waar ze aan toe zijn, want het ene moment dan wordt dus het tarief dus niet doorberekend omdat het inflatiepercentage lager is dan die bewuste 2% en daarna en daar blijf ik bij en daar blijft mijn fractie bij, na een aantal jaren wordt er toch een inhaalslag gepleegd. Met betrekking tot de opmerking van de heer Van Oosterhout over de opmer king van mijn fractie over het niet willen naar een tariefstijging van 95,70 dan voeg je wat verduidelijking bij. Het is jammer dat mijnheer Van Oosterhout minder goed luistert, want ik heb in eerste termijn heb ik die verduidelijking aangegeven. Ik heb daarbij gesteld dat we in wezen dus, ik gebruik nu het woord tweesporenbeleid, zouden moeten voeren. We moeten dus toe naar enerzijds een mentaliteitsverandering, anderzijds dus naar een lokale aanpak van het milieu en het heel simpelweg accepteren van een groeiende stroom van afvalstoffen zonder dat we daarbij actie ondernemen en dat dan heel simpelweg vertalen in een prijskaartje naar de burgers toe heb ik gesteld, dat is niet de weg. Met betrekking tot de kostendekking, laat ik duidelijk zijn, mijnheer de voorzitter, de VVD- fractie wil op geen enkele manier afbreuk doen aan eerder gemaakte afspra ken. We hebben heel simpelweg gesteld we willen dat temporiseren en dat in het licht van het milieubeleidsplan wat er dus op korte termijn gaat komen. Het wordt dan nog wel maart, maar in ieder geval er is nou zicht op. Ik ben de wethouder er erkentelijk voor dat hij in ieder geval dan een samenhangend milieubeleid zal presenteren en wij blijven bij ons uit gangspunt, onze visie van vanavond dat wij van mening zijn dat in wezen de bal bij de gemeente ligt en dat die aan zet is voordat we dus verder denken aan tariefsverhogingen. Met betrekking tot het voorstel van de folder van mijnheer Van Oosterhout over voorlichting naar de burgers is mijn vraag, mijnheer de voorzitterworden daarin alle visies van de ver schillende politieke partijen vermeld. Ik denk dat het misschien wat moei lijk zal zijn, maar het wordt wel op prijs gesteld. De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, ik begrijp dat wij wat dat betreft op de nodige gegevens nog even zullen moeten wachten. We hebben ook afgespro ken dat wat dat betreft wij nog moeten wachten op de jaarcijfers van 1988 en dat we dus met het beginnen van het nieuwe decennium ook de begroting 1990 zullen gaan behandelen. Ik begrijp dat we eigenlijk even moeten wach ten en dat eigenlijk zo rond de 20e maart zowel letterlijk als figuurlijk de lente zal beginnen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 317