-26- ons het voorstel alleszins redelijk. We moeten toch streven naar de kos tendekking. Gezien de ontwikkelingen voor de komende jaren ziet het er naar uit dat bij het tarief wat er dan betaald moet worden nu nog niet gehaald hebben, alleszins redelijk dat het college met dit voorstel komt. Misschien nog een keer naar de heer Huijpen toe. Het perspectief van de komende jaren ziet er toch naar uit dat er, de heer Van Hoek memoreerde dat ook al, dat er toch met wat tekorten mogelijk gaan zitten in de meer jarenbegroting. Nou, ik denk dat het alleszins redelijk is dat het college daar aan vooruitlopend in ieder geval maatregelen wil nemen en om dan te zeggen dat het een inhaalslag is, we hebben recentelijk hier vastgesteld, de jaarrekening van 3 jaren daar hebben we een, daar was sprake van een aardig tekort. Dat wordt in deze OGB-heffing niet meegenomen dus die in haalslag is het niet. Ja, en dat mijnheer Huijpen zijn broek graag op wil houden, wel, ik wens hem daar veel succes mee. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Wij zijn met het voorstel met betrekking tot de OGB voor het komende jaar akkoord. Ik heb er vorige jaren voor gepleit dat wanneer we met percentages van prijsstijgingen ge confronteerd worden van minder 1% dat die niet zouden leiden tot een ver hoging op dat moment. Vorig jaar is daaraan toegevoegd van mijn zijde dat als je dat jaar op jaar moet doen en de percentages blijven altijd net onder de 1%, dat je dan op den duur tot een forse achterstand kunt komen. Immers, je moet zorgen dat de middelen wat hun ontwikkeling betreft in ieder geval de prijsontwikkeling volgen. Dat is gebruikelijk in ons land en het afgelopen jaar hebben we gelukkig heel weinig prijsstijgingen gekend en dus hoefden de OGB-tarieven ook niet te stijgen. Als we nu het voorstel zien zoals het hier ligt met de argumentatie daar achter, dan zie je dat achteraf nog hogere percentages zijn gerealiseerd door prijs stijging dan destijds verwacht werden. Dus op grond van de achteraf gere aliseerde percentages zou de 0GB wel verhoogd zijn. Als we geweten hadden dat voor '88 1,1 of in 1989 1,3 zou gelden dan hadden we op grond van onze afspraken wel moeten besluiten tot verhoging. De VOORZITTER: Maar wel als grens 2% hè? De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, dat is inderdaad 2% ja. Goed, dan hadden we dus niet besloten tot verhoging, maar we hebben vorig jaar met name van mijn kant heb ik ingebracht dat je dus niet ongestraft dit soort zaken kon laten liggen. Bedankt voor de correctie overigens. Ik kan me dus in het voorstel vinden. Ik vind het ook prima dat u er de werkelijke percen tages bijzet. Dat geeft ook aan wat wij aan inkomensontwikkeling als ge volg van prijsontwikkeling achterlopen. Ik stel daarbij vast dat het niet een inhaalslag is. Het is een kwestie van beleid wat we uitgezet hebben en ik stel er ook bij vast dat als je nu spreekt van een verhoging van 4% dat er ook twee jaar geweest zijn, voorafgaand aan dit jaar dat er geen OGB-verhoging geweest is en de heer Van der Heijde heeft al gezegd van nou onze tarieven liggen op dat gebied in West-Brabant best laag en wij willen dat graag zo houden, maar dan moet je ook zorgen als gemeente van de andere kant dat je beleid kunt blijven voeren en dan moet je vol gens afspraak nu met 4% verhogen en vaststellen dat er dus één keer op de drie jaar een verhoging heeft plaatsgevonden zij het dat hij dus nu iets hoger uitvalt dan die op grond van de prijsstijging voor 1990 zou zijn geworden. Ik kan mij volledig vinden in de afronding van het college. Ik stel me dan ook voor dat we die 0,75%, niet zoals de heer van der Heijde eigenlijk in het vooruitzicht stelt, in reserve houden, maar dat we gewoon zeggen van nou, kijk voor 1990 is het 4% en punt uit. Misschien zelfs dat je voor de toekomst over zou moeten stappen op een ander systeem, want

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 311