-23-
want we hebben dan toch ook enorme investeringen gedaan in Fidei et Arti
en de rioleringen, waarvoor we onvoldoende dekkingsmiddelen hebben opge
nomen. Dan zegt mijnheer Huijpen op een bepaald moment van mening te zijn
dat wanneer we de middelen uittrekken dat we daarbij dan ook de dekking
aan moeten geven. Daarnaast is er de opmerking gemaakt van we hebben in
het verleden nagelaten om de tarieven te verhogen, wanneer die zich onder
een bepaald niveau zouden bewegen. Nu is de onderbouwing van het college
voorstel, althans dat veronderstel ik, een soort inhaalslag welke mijn
fractie vertaald in het terugkomen op eerder gemaakte afspraken ofwel het
achteraf aan de burgers presenteren van de rekening. Mijnheer de voorzit
ter, ik heb heel wat spitwerk verricht met betrekking tot verslagen en
ik heb in geen enkel verslag terug kunnen vinden dat de VVD-fractie zich
ook geconformeerd heeft aan een dergelijke visie en opstelling. We doen
daar dan ook niet aan mee. Wij zijn van mening dat wanneer op deze manier
omgegaan wordt met tarieven en lasten voor de burger, dat dat niet correct
is naar de burgers toe en dat er geen sprake is van eenduidig beleid. Onze
burgers weten op deze manier nooit waar ze aan toe zijn. U stelt, mijn
heer de voorzitter, er is inflatie geweest. Objectief gezien is dat zo,
maar stel als het nu zo is dat de rekening '88 sluitend is, met niet ge
corrigeerde OGB-inkomsten, dan is op basis van dat feit, om nu alsnog die
inhaalslag te maken, geen basis. Met betrekking tot de begroting 1989,
die was sluitend, batig. Mijn fractie moet concluderen dat door verbete
ring van de algemene inkomsten, waarover we eerder deze avond spraken,
agendapunt 6, er uit budgettaire overwegingen geen reden zou behoeven te
zijn alsnog rekening te houden met de inflatie over het lopende dienstjaar
1989. Voor 1988 is de inflatie geconsumeerd ofwel verwerkt heb ik me laten
vertellen en voor 1989 hebben we een extra inkomst van 130.000,
welke grotendeels structureel doorwerkt naar 1990. Dus daar komen we hem
weer tegen, die extra inkomst van 130.000, Voor alle duidelijkheid,
mijnheer de voorzitter, in zijn algemeenheid onderschrijft de VVD-fractie
het corrigeren van de inkomsten voor inflatoire effecten, maar mijn frac
tie wil daarbij het college er aan herinneren dat er tevens de afspraak
is gemaakt dat we inflatiepercentages onder de 2% binnen het totale begro
tingsbeeld zouden oplossen. Daar waar de percentages over '88 en '89 beide
rond de 1% liggen en de VVD-fractie veronderstelt dat we voor '88 en '89
onze broek voldoende kunnen ophouden, kan de VVD-fractie zich slechts
scharen achter de tariefsaanpassing voor 1990 van 2,3% conform het door
de rijksoverheid gehanteerde inflatiepercentage en mede in het licht van
de structurele doorwerking van de extra inkomst van 130.000,van 1989
structureel doorwerkend dus naar 1990. Daar komen we hem weer tegen. Con
clusie geen noodzaak tot extra verhoging. Wellicht ten overvloede, mijn
heer de voorzitter, de WD-fractie wil nog eens wijzen op het karakter
van de onroerend goedbelasting. Volgens onze visie betreft het hier geen
doe-belasting, maar we spreken over een algemeen dekkingsmiddel. Volgens
de visie van mijn fractie moet voor een definitieve overgang naar een ta
riefsverhoging moet men in acht nemen het gegeven van inflatie en moet
er gekeken worden naar de absolute noodzaak tot dekking. Wij stellen vast
dat die er op dit moment niet is. Een tariefstijging moet bezien worden
in meerjarenperspectief van inkomsten en uitgaven. Daarbij komt nog de
afspraak die we bij de beleidsonderhandelingen gemaakt hebben, dat de 0GB
geen sluitpost mag zijn of worden. Dat wat betreft de onroerend goedbelas
ting. De afvalstoffenheffing. Mijnheer de voorzitter, het is duidelijk
dat de positieve ontwikkeling van de conjunctuur mede als gevolg van het
afgelopen jaren gevoerde herstelbeleid door de rijksoverheid heeft geleid
tot verbetering van de inkomenspositie. Wat zich dan in zijn algemeenheid
weer vertaald naar een verhoogd consumptief gedrag. Onze gemeente ziet