-12-
aard in kunnen vinden omdat wij er hoop op hebben en de verwachting ook
dat we als het herverkaveld is er wel van af kunnen. Ik wil hier toch
eigenlijk de hoop uitspreken dat ons dat ook lukt, want om nu 1,4 miljoen
gulden er in te stoppen en vervolgens een aantal jaren niet te verkopen
dat kunnen we ons eigenlijk, vind ik, niet permitteren. Dat betekent dat
een grondprijs van 39,bij de door ons gehanteerde methode binnen een
mum van tijd zou moeten uitgroeien tot wellicht 50,of 55, Nou,
ik wil er dus op aandringen bij u dat er met extra aandacht en wellicht
ook met extra mankracht gewerkt wordt aan de pogingen om deze grond van
de hand te doen, uiteraard tegen de voorgestelde prijs. Verder, naar aan
leiding van dit voorstel, mijnheer de voorzitter, is er onlangs een drie
tal rekeningen gepresenteerd, de jaarrekening 1988 gaat er aankomen. Enige
tijd gelegen heeft u ons in het vooruitzicht gesteld een discussie over
het hele grondbedrijf als die jaarrekeningen klaar zouden zijn. Wij zouden
er graag op korte termijn aandacht voor willen hebben.
De VOORZITTER: Mag ik wethouder Den Braber uitnodigen de vraag van de heer
Wijnen voor zijn rekening te nemen, dan zal ik op de anderen reageren.
De heer DEN BRABER: De vraag van de heer Wijnen is niet nieuw. Hij zei
het zelf ook al, in de commissie openbare werken is van zijn kant een
soortgelijke vraag ook al gesteld. Het is zo dat het vigerende bestem
mingsplan niet voorziet in een groengordel in het desbetreffende gebied.
Bij het voorstel tot herverkavelen waarbij we dus een stuk infrastructuur
in het gebied moeten aanbrengen, hebben wij als college gemeend, met name
ook het eindresultaat, gemeten in grondprijzen in de gaten te moeten hou
den. De opmerking van de heer Van Oosterhout spoort daar een beetje mee
van ben daar voorzichtig mee. Dat heeft ons er toe doen besluiten om van
oorspronkelijk geplande infrastructuur nog eens 430 m af te halen en daar
mee de verkoopbare grond doen toenemen, zodat wij beneden die magische
grens zouden kunnen blijven van 40,waarvoor de makelaar ons waar
schuwt. Het lijkt me niet verstandig om daar toch doorheen te schieten
door een stuk van het gebied als groengordel in te richten. Twee effecten
heb je dan: dat de grondprijs gaat stijgen en ten tweede dat de onder
houdskosten ten laste van de gemeente van het groen wat je kunt onderhou
den ook weer toe gaat nemen en sinds de laatste commissievergadering weet
de heer Wijnen dat dat op zich ook een probleem is. Wat resteert is aan
het eind van de weg tot het moment dat hij een knik maakt van 90°daar
is een strook van een meter of 11 breed waar wat groen ingericht kan wor
den, dus tussen het gebied van Hunter Douglas en het nieuwe industrieter
rein Mark 3, over een lengte van nou, dat weet ik uit mijn hoofd niet,
maar het is zo'n 11 meter breed daar en daar zouden wat bomen en struiken
allicht een goede plaats kunnen vinden, maar het leek ons verstandig om
het daartoe te beperken.
De VOORZITTER: Naar de heer Huijpen toe kan ik antwoorden dat bij de ver
koop natuurlijk werkgelegenheid prevaleert, alleen daarbij moeten we ons
realiseren dat je van prevaleren alleen kunt spreken als je er twee met
elkaar kunt vergelijken en dan zal het duidelijk zijn dat die werkgelegen
heid voorgaat. Voor het overige herinner ik mij hoe wij allen aangedrongen
hebben op verkopen. De heer Van Oosterhout deed het zoeven ook nog eens,
dus ik denk dat we toch ook moeten kijken naar het beheer van het grond
bedrijf en daar waar er bedrijven om huisvesting vragen die qua karakter
thuishoren op een industrieterrein als dat aan de Mark, denk ik dat we hem
ook als de werkgelegenheid niet inmens is toch goedgunstig moeten over
wegen om hem de kansen te geven. Concreet denk ik dat we op dit moment
niet hoeven te spreken over welke mogelijke kandidaat ook. We hebben het
goede gebruik om dat in een besloten vergadering van de commissie algeme-