-37- moeten vaststellen en dat we en u heeft dat ook toegezegd voor de begro ting 1990 in ieder geval een basis kunnen vinden in de begroting 1988, sorry rekening 1988, die dit soort feilen niet meer in zich heeft en op basis waarvan we dus inderdaad tot een reële raming kunnen komen. Ik hoop dat u mij toch nog even kunt antwoorden op dat probleem van dat onderwijs. Voor de rest zie ik graag met u vooruit. De heer VAN DER HEIJDE: Mijnheer de voorzitter, de jaarrekeningen 1985, 1986, 1987 zijn gereed. Op een haar na is onze besluitvorming hier in de raad bijna klaar. Namens mijn fractie wil ik in ieder geval de afdeling financiën die, zij het met behulp van het VB Accountantsbureau toch deze moeilijke klus heeft geklaard, bedanken. De onderzoekscommissie, het college deelt het standpunt daarvan, zegt de cijfers zijn geen referentie voor 1990. Het standpunt is ook dat de begroting voor 1990 op basis moet zijn van de exploitatie 1988. In het voorstel praat u zelf over "dan is kwaliteit gewenst". Ook mijn fractie kijkt uit naar die kwaliteit. Er is een termijn gesteld van 1 december dit jaar. Mijn vraag is of 1 december dit jaar ge haald wordt, mijnheer de voorzitter. Wij hebben ook vastgesteld dat we de algemene beschouwingen vanwege de tijdsdruk verschuiven naar begin vol gend jaar en mag ik daaruit concluderen dat we dat eenmalig doen en bete kent dat dan ook, mijnheer de voorzitter, dat voor 1991 het resultaat 1989 ruimschoots op tijd klaar is. Is dat dan ook in eigen beheer te rea liseren? Indien dat niet kan of indien daar weer problemen om de hoek ko men kijken is mijn fractie toch wel van mening dat uw college zo spoedig mogelijk ons daarover informeert, zodat we snel met u oplossingen kunnen bedenken. In de verschillende adviezen van het VB Accountantsbureau zijn suggesties gedaan, onder andere ten aanzien van het bestand schonen voor wat betreft oude rekeningen. Hoe wilt u dat aan gaan pakken. Er is een suggestie geweest neem in ieder geval in je begroting op een post voor oninbare rekeningen. Wel wellicht geeft dat ook wat meer inzicht. Tot en met 1987 hebben we vastgesteld dat er een vrij behoorlijk grote achter stand in debiteuren- en crediteurenrekeningen bestond. Ondertussen hebben we ook begrepen dat dat is ingelopen. De vraag is nu wat vindt het college van een aanvaardbaar niveau waarin die achterstanden zich mogen bevinden. Daar wil ik het voorlopig in eerste termijn bij laten. De VOORZITTER: Goed, naar de heer Huijpen toe ontkom ik er in eerlijkheid niet aan om te zeggen dat ik het eigenlijk toch een beetje teleurstellend vind dat ik een aantal antwoorden die ik in de openbare vergadering van de commissie algemene en bestuurlijke zaken al gegeven heb, mede ook op vragen van zijn fractiegenoot, dat ik die hier toch eigenlijk moet herha len. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, mijn fractiegenoot is de andere dag naar het buitenland vertrokken. De VOORZITTER: Nee, maar dan mag ik toch wel zeggen dat ik dat eigenlijk een beetje teleurstellend vind. Met betrekking tot de analyse, waarvan de heer Huijpen terecht vaststelt dat je er niet zo vreselijk veel aan hebt, herhaal ik dat die analyse aanvankelijk bedoeld was als een recti ficatie op het pakket begroting, rekening 1987 vooral om op die manier een betrouwbaarder rekening 1987 te krijgen zodat, nee betrouwbaardere correctie op de begroting van 1987 te krijgen, zodat het begroten op een begroting wat minder onnauwkeurig zou zijn. Dat heeft in het licht van de toezegging dat de rekening 1988 op 1 december gereed zal zijn gelukkig niet meer zo'n zin. Desondanks is de analyse toch uitgevoerd, ook omdat er nadat we de toezegging hadden gedaan de begroting 1990 te baseren op de rekening 1988 toch nog van de zijde van de raad werd aangedrongen op die analyse. Nou, wanneer is die analyse zinvol? Als je daar een aantal

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 277