-21- Ik wil nog toevoegen dat het wel, uiteraard, de bedoeling is dat we met Emcee overleggen welke zaken er wellicht in de knel zouden komen en wij doen daarvan verslag via de welzijnscommissieUw opmerking met betrekking tot het feit dat ik dingen misschien vaak uit het verband ruk. Ja, dat ligt aan het feit denk ik dat ik geen EHBO heb gevolgd en daar misschien niet zo handig in ben. Met betrekking tot de opmerking vvan de heer Van Oosterhout ten aanzien van het wat nadrukkelijk uitspreken van de wens naar een vrouwelijke opbouwwerker. Ik denk dat ik op zich die gedachte wel deel, maar dat het uiteraard een eigen verantwoordelijkheid is van het bestuur van Emcee. De heer Wijnen heeft mij in tweede instantie, dacht ik, geen rechtstreekse vragen gesteld, behalve dan de suggestie gedaan dat sommige zaken kunnen worden opgevangen door een beroep te doen op externe deskundigen, iets wat de gemeente zelf overigens obk doorlopend doet. Ik denk dat ook dat het beleid is van het bestuur van Emcee, hoe zij haar oplossingen voor bepaalde problemen gaat kiezen, maar op zich is het een aardige suggestie die hierbij is doorgegeven. De VOORZITTER: Dank u zeer, wethouder. Die laatste vraag mag ik daar eens even een vraag bij stellen, want het is makkelijk gezegd. Kijk, we zitten nou in een discussie die eigenlijk twee dingen doet, die een onderdeel van het welzijnsplan uitdiscussieerd op het moment dat zich daar eigenlijk niet direct voor leent, maar je moet wel omdat er personele consequenties over de duur van het nu geldende plan heen een rol bij spelen, maar waar u nou het voorstel van de heer Wijnen overneemt De heer VAN OVERVELD: Pardon. Ik neem het voorstel van de heer Wijnen niet over. Ik heb gezegd dat is een verantwoordelijkheid van het bestuur van het Emcee of zij een beroep gaat doen op die anderen ja dan nee en het is vervolgens aan ons om te bezien of wij de middelen daarvoor hebben. De VOORZITTER: Juist, want die middelen zitten op dit moment natuurlijk toch binnen de toegekende subsidie niet in. Dus het voorstel van de heer Wijnen is op dit moment niet aan de orde. De heer WIJNEN: Het is een opvangen van de consequenties. Dus als blijkt dat er bijvoorbeeld voor 5.000,extra advies nodig is, op dit moment korten we de formatie van het Emcee. Dan kunt u zeggen dat is een princi pieel besluit. Daaruit vloeit voort dat er behoefte is aan extra capaci teit. Dan vind ik dat we de bereidheid uit moeten spreken om daarin te voorzien. De VOORZITTER: Jawel, maar dat moeten we niet zo als aanhangsel bij een besluit doen. Dan moet je daar een discussie voeren op de plaats waar hij gevoerd behoort te worden, in de welzi jnscommissieDat moet je niet er zo maar eventjes aan vast binden. Wij moeten ons nu richten weer op de vraag met betrekking tot de formatie. Ik begrijp dat wij buiten het voor stel van het college, wat hier nog steeds ligt, twee voorstellen aan de orde hebben. Het, aannemend dat mijnheer Huijpen niet bedoelt een voorstel te doen om vandaag niet te besluiten. De heer HUIJPEN: Ik denk dat dat weinig zin heeft, mijnheer de voorzitter, gezien de reactie van de wethouder. De VOORZITTER: Nee, maar ik denk ook dat dat naar Emcee toe De heer HUIJPEN: Ja, en dan krijgen we natuurlijk weer de discussie en we zijn al buiten de orde begrijp ik, maar het zou best zo kunnen zijn dat wanneer de discussie wederom gevoerd wordt dat dat in een ander resul taat zou kunnen resulteren voor het Emcee natuurlijk.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 261