-19- uitgesproken taak vervuld, namelijk het Komplan en daar hebben ze uren en dagen aan besteed. Kijk, na verloop van tijd, er vinden sommige zaken hun weg of vinden zij hun weg en dan hoeft er eigenlijk niet zozeer meer een opbouwwerker het voortouw voor dat soort zaken te nemen omdat die door de mensen zelf makkelijker opgepikt worden De heer HUIJPEN: Mijnheer Wijnen, mag ik u erop wijzen dat wij in 1990 bijna leven en dat de maatschappij steeds in ontwikkeling blijft en is en daarom ligt hier duidelijk een taak voor het Emcee. De heer WIJNEN: Ja, nou dat heb ik helemaal niet ontkend, mijnheer Huijpen Ik heb alleen maar gezegd De heer HUIJPEN: U zit steeds in het verleden te praten, maar u moet toe komstgericht praten en kijken. De heer WIJNEN: U moet even wachten, dan kunt u misschien wat uitleg krij gen. Ik wilde even aangeven dat onder invloed van de maatschappelijke ont wikkelingen sommige zaken eerst door het Emcee gedaan zijn en dat die na verloop van tijd onder invloed ook van de wetgeving, waarbij gevraagd werd aan bijvoorbeeld inspraakverordeningen en dat soort zaken, dat dat gestal te heeft gekregen, waardoor er een ander taakveld beschikbaar is gekomen, op andere terreinen is ingespeeld en dat denk ik dat je in beschouwing moet nemen en dat het ook zo is dat ten aanzien van het beschikbaar hebben van een algemene, laten we zeggen ongedifferentieerde capaciteit, dat daar steeds minder behoefte aan is. Dus dat men als instelling steeds meer vraagt om gespecialiseerde adviezen. Dat kunnen we ook lezen in het ver slag of het rapport van het Emcee, dat zij daar ook gebruik van maken en dat dat heel belangrijk is dat je eigenlijk een verbinding brengt tussen de groep van de vrijwilligers die ter zake iets willen, of laten we zeggen mensen vanuit het maatschappelijk gebeuren, dat die iets willen en dat dan het Emcee als intermediair kan optreden naar de betreffende categorie mensen die dat hard nodig heeft. Het is helemaal niet onze bedoeling om het Emcee in de wielen te rijden of te korten of iets dergelijks. Het gaat erom dat wij zeggen in het kader van het opbouwwerk, daar veranderen zaken en dat wil zeggen dat het intermediair op een andere wijze kan functione ren dan het eerder heeft gedaan. Dat houdt in dat je wel eens in het geval van gebrek aan capaciteit naar onze mening dan bij het opbouwwerk een be roep kunt doen op externe deskundigheid. Ik wijs maar op het feit dat bij voorbeeld de organisatie voor buitenlanders een beroep doet op andere in stellingen om hun te laten adviseren op bepaalde terreinen en dan is het een belangrijke taak dat het Emcee de verbindingen tot stand brengt, maar verder die mensen eigenlijk in hun functioneren hun gang laat gaan als het ware en met behulp van dat advies wat van buitenaf komt verder kunnen die mensen dan hun problemen oplossen of gestalte geven of niet oplossen, dat hangt er maar vanaf. Je kunt niet, mijnheer Huijpen zegt de vrouwen werkloosheid moet even opgelost worden door het Emcee. Nou, dat is een terrein De heer HUIJPEN: Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd daar kan een belang rijke taak liggen voor het Emcee. Wederom, het is niet even opgelost wor den. Maar, mijnheer Wijnen toch, citeer mij toch beter. De heer WIJNEN: Ja, dat kunt u nou wel zo even in de gauwigheid vermelden, mijnheer Huijpen, maar u wekt de indruk De heer HUIJPEN: Het staat op papier. De VOORZITTER: Mijnheer Huijpen, nu mag mijnheer Wijnen een keer uitspre ken.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 259