-17-
en ik kan ook uit de literatuur wel het een en ander citeren. Ik vind het
jammer dat hij dat dan niet gedaan heeft. Blijkbaar zitten we dan toch
op een verschillend niveau te communiceren. Ik denk dat het overbrengen
van kennis, het vergaren van kennis betekent ook dat je leest in wat lite
ratuur en je op die manier wat op de hoogte laat stellen van hoe zaken
nu eenmaal liggen. Ja, voor ons is het van belang, voorzitter, dat wij
de consequenties van het voorstel graag zouden willen weten. De consequen
ties konden in de welzijnscommissie niet gegeven worden. Die kunnen ook
vanavond niet gegeven worden en ik ben het eigenlijk met de wethouder eens
dat we daar hier niet over moeten discussiëren, maar ik stel wel vast dat
tot op heden die consequenties nog niet duidelijk zijn en dat vind ik toch
wel jammer. Kijk, het feit dat de Partij van de Arbeid-fractie toch een
wat structureler karakter wil geven aan het opbouwwerk in vergelijking
met het voorstel van het college is dat wij toch van mening zijn dat het
te verstrekkende gevolgen zou hebben voor de Oudenbossche samenleving waar
toch ook verschillende groepen mensen actief zijn, actief willen worden.
Al of niet met eigen initiatief, al of niet met ondersteuning vanuit het
Emcee. Ik denk dat we er ook een beetje rekening mee moeten houden dat
het bestuur van het Emcee, ja, dat zijn toch mensen die ook op vrijwillige
basis een stukje idealisme willen realiseren, vooral om iets te doen voor
onze Oudenbossche samenleving. Ook dat moeten wij niet zomaar wegpoetsen
en in deze raad is door een van mijn fractiegenoten nog eens een keer ge
zegd het gaat om mensen die over het algemeen aan het slingereindje hangen
Kijk, we kunnen ook uitvoerig van mening verschillen over eigen activitei
ten of eigen initiatieven. Blijkbaar worden er door signalen vanuit de
bevolking door het Emcee initiatieven opgepakt en sommige niet. Soms luk
ken initiatieven en worden ze met ondersteuning en begeleiding wordt het
wat en soms stelt het bestuur van het Emcee vast dat het blijkbaar niets
wordt en dan gaan ze weer de ijskast in totdat er weer een moment is dat
er blijkbaar weer behoefte is om een initiatief op poten te zetten. Ja,
visie over opbouwwerk. Ik denk dat, het is een wisselend proces; je kan
dat niet helemaal exact inkaderen. Je gaat praten met mensen, je werkt
met mensen, mensen veranderen. Vandaag gaat het goed met ze, morgen gaat
het slecht met ze. Daar heb je eigenlijk weinig grip op, maar daar wordt
het opbouwwerk wel mee geconfronteerd. Op mensen met teleurstellingen,
maar ook mensen die door dat opbouwwerk, door initiatieven, al of niet
zelf genomen, toch weer in de maatschappij een plekje kunnen veroveren.
Ik denk dat we daar dus zeer zorgvuldig mee om moeten gaan. Het is niet
mijn behoefte, de behoefte van de Partij van de Arbeid-fractie om op dit
moment diepgaande vragen te stellen aan de wethouder, maar ik wil hem wel
ter harte geven dat wij niet alleen vinden dat er gepraat moet worden of
gepraat en geëvalueerd moet worden met het Emcee, maar, zoals Van Ooster
hout voorstelde en suggereerde juist om dan maar eens de discussie en het
gesprek aangaan wat het Emcee nou echt met het opbouwwerk wil en bedoelt
en wat de raad in het algemeen wil en ermee bedoelt. Wellicht dat die dis
cussie de komende maanden, want wij zijn voor een snelle hervatting van
de gesprekken dat die discussie toch bij een aantal mensen hier in de raad
duidelijkheid zou kunnen brengen.
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. De VVD-fractie die
stelt vast dat uit de discussie blijkt dat er een aantal zaken nog ondui
delijk zijn. Diverse partijen blijven met diverse vraagtekens zitten en
dat geldt dan met name dus met betrekking tot de werksfeer van Emcee, de
doelstellingen en het oppakken daarvan. Ook de wethouder erkent dat er
nog geen overeenstemming is. Ik denk dat het goed zou zijn dat het college
het voorstel zou terugnemen en dat het beter is om eerst de discussie te
voeren en af te ronden en dan pas te besluiten. Misschien is het dan nog