-14-
niet genoeg, dan heeft u nog altijd de mogelijkheid om bij het Emcee te
rade te gaan, maar om nu eigenlijk ja, naar mijn gevoel moet daar toch
een bedoeling achter zitten, te vragen om een evaluatie, dan kan dat naar
mijn gevoel geen andere bedoeling zijn dan het vooruitschuiven van een
definitieve beslissing. Maar u heeft daar zelf in ieder geval al vooraf
gaand al een ander voorstel gedaan dus
De heer HUIJPEN: Het spijt me, mijnheer de voorzitter, maar ik heb direct
een voorstel gedaan, naar mijn gevoel, en we hebben een advies gegeven
in de welzijnscommissie
De heer VAN OOSTERHOUT: Maar waar heeft u dan die evaluatie nog voor no
dig?
De heer HUIJPEN: Die evaluatie had al veel eerder moeten gebeuren en niet
op het moment dat er een vacature ontstaat, want dan barst dus de hel los
in wezen en evalueren moet je veel vaker en veel eerder doen. Dan kun
je op het moment dat er iets aan de hand is kun je er mee werken.
De heer VAN OOSTERHOUT: Daar ben ik heel duidelijk over geweest, mijnheer
Huijpen, dus ik heb aangegeven hoe legitiem dat dat is en hoe toevallig
dat dat is en daar moet u mee leven en wij ook en zo werken de zaken en
zo gaat het dan. Voorzitter, ik begrijp dat de Partij van de Arbeid op
het voorliggende voorstel een andere opvatting heeft en die opvatting ge
nuanceerd anders is dan datgene wat in het voorliggende besluit staat.
Ik zal in tweede instantie daarop ingaan. In elk geval is het bij deze
al zo dat in de besluitvorming naar ons gevoel aangepast moet worden dat
gene wat onder 2 besloten wordt, namelijk dat het alleen zou mogen gaan
om ondersteunen en begeleiden van bewoners-initiatieven. Ik denk dat dat
in ieder geval wat de inhoud van het werk betreft tekort doet in het licht
van datgene wat ik heb gezegd en aan datgene wat het Emcee, opbouwwerk,
ter plaatse zal moeten kunnen ondernemen. Dus ik wil wat het werk betreft
in ieder geval een uitbreiding op het besluit onder 2, waar het gaat om
het begeleiden van bewonersinitiatieven. Ik laat het hier in eerste in
stantie bij.
De heer JONGENELEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de CDA-fractie is van me
ning dat het maatschappelijk centrum op vele terreinen hun kwaliteit en
kennis al heeft overgedragen aan vele Oudenbosschenaren en daarbuiten.
Dat blijkt uit de laatste tijd geschreven brieven, de sympathie die er
bij de commissievergadering aanwezig was en alles wat er omheen draait.
Enkele jaren geleden is het het CDA ook bereid geweest om het aantal uren
wat uitgebreid is naar 71 in die periode was er toen ook de noodzaak voor.
Maar, mijnheer de voorzitter, als we het toch goed voor-hebben dan is het
uitgangspunt van het maatschappelijk centrum begeleiding en ondersteuning.
Daar is al veel over gepraat en dat is toch prioriteit één. Dat is toch
de stelling. Onze mening van de fractie is dat het maatschappelijk cen
trum steeds meer initiatieven ontwikkeld tot eigen, niet tot uitvoering,
maar tot eigen activiteiten te komen. Deze ingeslagen weg doet ons een
beetje vreemd aan als we kijken naar de doelstelling van het maatschappe
lijk centrum. Als wij dan de verslagen van 2 februari, 10 april en 16 mei,
daar is verder geen reactie op gekomen op de inhoud van de verslagen, dus
daaruit blijkt dat het in ieder geval voor ons duidelijk is. Uit de vorige
besluitvorming is voor onze fractie nog wat onduidelijkheid over het wel
of niet invullen van de functie voor 20 uur of meer of minder na december
1990. Ook zou u ons nader kunnen informeren hoe en wanneer de evaluatie
moet plaatsvinden in verband met de gestelde datum van 1990. Als u daar
in december aan begint dan valt er al direct een gat wanneer het nodig
blijkt dat de invulling van 20 of meer of minder uren aanwezig moet zijn.