-11- heer de voorzitter, de VVD-fractie stelt vast dat het Emcee de afgelopen jaren een aantal zaken op het spoor heeft gezet die direct raakvlak hebben met de minder kansrijken in onze samenleving, met de doelstelling hen be hulpzaam te zijn en een kansvolle toekomst te bieden, te geven, een kans volle toekomst. Er zijn uit het recente verleden verschillende voorbeelden van te noemen. Zie het verslag van het Emcee. Mijnheer de voorzitter, de minder kansrijke groep in onze samenleving mag niet wederom in de knel komen, volgens de visie van de VVD-fractie. Dat is in het verleden maar al te vaak gebeurd. We moeten daar vanaf, dat behoort verleden tijd te zijn. De Horizon, de etnische minderheden, de Stichting Mensen zonder Werk, de Infowinkel enz. Al deze verenigingen en instellingen moeten opti maal kunnen functioneren, met name voor die minder kansrijke groep.Door het voorstel van het college dreigen deze groeperingen in de knel te ko men. Een bouwwerk wat uiterst zorgvuldig is opgebouwd dreigt ineen te storten zonder begeleiding van het Emcee. Daarnaast is het zo, mijnheer de voorzitter, dat er nog een belangrijk werkterrein ligt voor het Emcee in het licht van de onstuimige ontwikkeling van onze maatschappijEen voorbeeld en actueel onderwerp is de bestrijding van de werkloosheid, met name onder de vrouwen. 36% van de werklozen bestaat uit vrouwen. Het mi nisterie van sociale zaken zal hiervoor op 16 plaatsen in den lande voor een periode van 3 jaar oriëntatie- en schakelcursussen gaan geven. Hier ligt wederom een belangrijke taak voor het Emcee volgens onze visie. Voor al dat soort zaken, met andere woorden nogmaals voor de minder kansrijken een kansvolle toekomst te bieden, daar is het Emcee een prima instelling voor en er is simpelweg capaciteit voor nodig. Daarom, mijnheer de voor zitter, zet de VVD-fractie het advies in de welzijnscommissie gedaan,om in een voorstel aan het college en raad de vacature bij het Emcee in te vullen met 32 uur, te weten een volledige formatieplaats waardoor ook een stuk niveau gegarandeerd kan worden. Het getuigt volgens onze opvattingen ook niet van management om zo plotseling zo rigoreus te kappen in het aantal formatie-uren van een instelling. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik ben een beetje geschrokken van de bijdrage van de heer Huijpen eigenlijk. Ik had een iets of wat ander ge luid verwacht, gezien datgene wat het afgelopen jaar uit die hoek is ge komen, maar blij voor het Emcee dat er heel positieve woorden zijn geval len aan die kant. Ik zal proberen van onze kant een benadering te geven met betrekking tot dit voorstel die in ons gevoel past. Het voorliggende voorstel met betrekking tot de capaciteit bij Emcee heeft in dit geval een veel wijdere strekking dan alleen een nadere bepaling van de forma tie. Blijkens de briefwisseling en de verslagen van de gesprekken die de wethouder heeft gevoerd met het Emcee kan in ieder geval worden geconclu deerd dat het hier evenzeer moet gaan om zaken als de prioriteitstelling die de afgelopen jaren door het Emcee is gehanteerd en die hier ter plekke verkeerd zou zijn gevallen, zoals blijkt uit de brief van 1 oktober, ook van de zijde van het Emcee. Dat het ook zou moeten gaan over de opvatting of eigen activiteiten, eigen activiteiten in het opbouwwerk, wel of niet kunnen. Dat het ook zou moeten gaan over de opvatting of activiteiten al tijd als einddoel moeten hebben een verzelfstandiging, naast de vraag dus of er gewoon minder of fors minder opbouwwerk zou zijn. Ik gebruik met opzet niet de term uitvoerend werk of uitvoerende taken, want zowel in de verslagen als in de discussie heeft het al genoeg en ook uit de brieven blijkt dat, heeft het al genoeg discussie opgeleverd op zichzelf en mis verstand. Daarover wil ik wel kwijt dat het misverstand niet alleen van deze zijde komt, noch vanwege Emcee zelf, die uit, blijkens verslagen maar ook in de brief, over uitvoerend of concreet uitvoerende taken of concreet uitvoerend werk spreekt. Maar dat ter zijde. Het gaat dus in

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 251