-5-
14. Verslag van de openbare vergadering van de commissie algemene en be
stuurlijke zaken d.d. 17.1.1989.
15. Schrijven van de secretaris van het voormalig openbaar lichaam "Vuil
verwerking Roosendaal" d.d. 17.1.1989, betreffende jaarrekening 1987.
16. Zeven besluiten van burgemeester en wethouders tot garantie geldlening
ten behoeve van aankoop woning.
17. Overzicht van laatstelijk ingezonden en goedgekeurde raadsbesluiten.
18. Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 25.1.1989,
waarbij het rapport "Verkenning Herindelingsbeleid" wordt toegezonden.
19. Schrijven van het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningsschap
West Noord-Brabant d.d. 20.12.1988, betreffende ontwerp-jaarrekening
1987 met toelichting.
20. Schrijven van de heer A.J.G. Lips d.d. 7.11.1988 en N.V. Brabantsche
Buurtspoorwegen en Autodiensten B.B.A., regio west d.d. 11.11.1988,
betreffende bushalte hotel Tivoli.
21. Schrijven van Watersportvereniging "Oudenbosch" d.d. 22.12.1988, be
treffende exploitatie haven.
22. Schrijven van het dagelijks bestuur van het Streekgewest Westelijk
Noord-Brabant d.d. 3.1.1989, betreffende intergemeentelijk W.C.A.-
specialist.
De heer VAN HOEK: Voorzitter, onder punt 21, het schrijven van de Water
sportvereniging "Oudenbosch" van 22 december 1988 betreffende exploitatie
van de haven. U stelt voor om die brief voor verdere afhandeling in handen
te stellen van het college van burgemeester en wethouders. Wij vinden dat
als CDA-fractie nogal mager, want de watersportvereniging die richt zich
nu tot de gemeenteraad omdat eerdere pogingen wat mis zijn gelopen, om
een nadere uitspraak te krijgen van de raad. Ik denk dat het goed is om
te stellen dat wij eigenlijk vinden dat deze brief eigenlijk ter voorbe
reiding naar het college moet om verder te behandelen in de commissie.
Dus wij zouden toch graag zien dat deze zaak verder behandeld wordt en
niet als afgedaan wordt beschouwd.
De VOORZITTER: Ja, maar er staat ter verdere afhandeling. Hoe bedoelt u
dat Ter voorbereiding naar de commissie
De heer VAN HOEK: Ter voorbereiding naar een commissie.
De VOORZITTER: De commissie van advies en bijstand aan het college van
B W en vervolgens afhandeling door B W.
De heer VAN HOEK: Nee, afhandeling door de raad, want het is duidelijk
dat hier een brief is die gericht is aan de gemeenteraad. Er wordt dus
duidelijk een uitspraak van de raad gevraagd en we vinden dat dat toch
terug moet naar de gemeenteraad.
De heer VAN DONGEN: Ja, wij hebben met betrekking tot dit punt exact de
zelfde suggestie.
De heer VAN EIJKEREN: Voorzitter, er is een subtiel verschil tussen datge
ne wat wordt voorgesteld met betrekking tot punt 20. Die richting wil de
heer Van Hoek eigenlijk uit met betrekking tot punt 21. Dat is de meest
voorkomende gang van zaken. Waarom is hier bij het stuk vermeld onder 21,
gekozen voor de formulering ter verdere afhandeling in handen te stellen
van het college Dat is omdat de inhoud van het schrijven van de water
sportvereniging niet afwijkt, anders dan in detail of in zaken die naar
de gemeente toe niet ter zake doen, ik denk met name aan de financiële
opmerkingen, niet afwijkt van eerdere brieven en eerdere inhouden van ge
voerde gesprekken met de watersportvereniging, die wel in de commissie
openbare werken aan de orde zijn geweest. Deze brief die werpt geen nieuw
licht op de zaak en daarom is het college van mening dat de ingeslagen