-30-
1990 tot en met Sorry, mijnheer Huijpen.
De heer HUIJPEN: Ja, ik heb nog een vraag. Lob C staat dus helemaal niet
vermeld en ja, ik weet niet hoe dat daar de plannen liggen bij het college
met betrekking tot lob C, maar mijn fractie is van mening om niet te snel
met voorstellen te komen om lob C dus af te stoten. We zijn namelijk bezig
met een planontwikkeling voor lob C en het zou best eens zo kunnen zijn
dat, ja, sorry hoor, maar zoals zo vaak gebeurd is dat wanneer u dat een
jaar in de ijskast zet en het dan weer voor de dag haalt, dat dan lob C
op een redelijke manier ingevuld kan worden.
De VOORZITTER: U weet, mijnheer Huijpen, dat wij in de commissie ABZ afge
sproken hebben dat het hele grondbedrijf en daarin speelt lob C een voor
aanstaande rol, dat het hele grondbedrijf eens onder de loep zullen gaan
nemen aan de hand van het rapport wat er ligt van het accountantskantoor,
maar die cijfers moeten bijgesteld worden naar aanleiding van de reële
cijfers van de jaarrekeningen. De discussie binnen het college over de
bestemming van lob C is vooruitgeschoven naar tot naar dat moment. Dus
u hebt alle kans om in rust en in de luwte daarvan het plan verder te ont
wikkelen. Ik mag wederom vaststellen denk ik toch ter afsluiting van het
agendapunt dat de raad zich met deze planningslijst kan verenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
22. Voorstel tot uitgifte in erfpacht van een perceel grond aan de Randweg
ten behoeve van de vestiging van een hondenopleidingscentrum,met wijziging
gemeentebegroting 1989 en wijziging begroting grondbedrijf 1989
De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik zou willen
beginnen met een vraag te stellen en dat is, ik heb daar eigenlijk toch
wel zorgvuldig op zitten studeren, maar ik ben ook maar een simpel raads
lid natuurlijk. Maar, de ontbindende voorwaarde die de pachter beschermen.
Dat is me nou niet helemaal duidelijk geworden. Waarom stel ik die vraag,
mijnheer de voorzitter. Erfpacht is bijna koop en de VVD-fractie is eigen
lijk van mening dat de procedure die gevolgd wordt dat die eigenlijk wat
omgedraaid zou moeten worden in die zin, dat wij eigenlijk van mening zijn
dat het contract dan pas afgesloten kan worden wanneer de procedure in
het kader van het bestemmingsplan afgerond is. Het is inmiddels bekend
dat, ook getuige de aanwezigheid van diverse mensen op de publieke tri
bune, dat er een aantal omwonenden bezwaar hebben tegen de vestiging en
de VVD-fractie die zou het college willen verzoeken de bezwaren die even
tueel komen om die goed af te wegen. Eerst als we dus weten dat het op
leidingscentrum er werkelijk kan komen, ik denk dat dan het moment aange
broken is om dat erfpachtcontract af te sluiten. Het geeft ook een stuk
bescherming naar de potentiële pachter toe, want wanneer het zou resulte
ren in het niet kunnen vestigen van, wat heeft dan de betrokkene aan een
erfpachtcontract als hij dus met lege handen staat. Dus mijn opmerkingen
die zijn eigenlijk bedoeld naar zowel degene die dus wil pachten toe als
naar degenen die dus bezwaar maken toe en dan dus in de sfeer van de pro
cedure die gevolgd wordt.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, de heer Huijpen heeft het heel goed
bestudeerd en met name bekeken ook de de ontbindende voorwaarden die de
pachter in bescherming zouden moeten nemen. Ik denk dat als ik puur kijk
naar de overeenkomst en eventueel andere zaken die aan de orde worden ge
steld door de heer Huijpen buiten beschouwing gelaten, dat wij hier nu
wij hier een erfpachtovereenkomst aangaan wat we niet heel vaak doen in
deze raad, dat wij in deze erfpachtovereenkomst naar mijn gevoel een aan-