-25- 19. Voorstel tot het benoemen van een gemeentelijk vertegenwoordiger in het bestuur van de Vereniging "Oudenbosch en de Derde Wereld" De heer VAN DER HEIJDE: Mijnheer de voorzitter, ontwikkelingssamenwerking vindt mijn fractie, mijn partij heel erg belangrijk. We hebben daar ook in een van de vorige raadsvergaderingen besloten om de uitvoering van het gemeentelijk beleid in handen te leggen van de Vereniging Oudenbosch en de Derde Wereld. We hebben tevens in die vergadering kennis genomen van de suggestie onder andere van de zijde van de heer Wijnen om daar waar participatie van de raad in de vereniging dat we daar terughoudend in moe ten zijn. Het staat ook in de besluitenlijst van de laatste raadsvergade ring. Mijn fractie deelt die mening. Als je als raad enerzijds het zeg maar de financiële mogelijkheden voor uitvoer van het beleid vaststelt en dan tevens een andere pet opzet van bestuurslid van Oudenbosch en de Derde Wereld, van die vereniging, dan denk ik dat je moet praten van twee petten en dat is naar de mening van mijn fractie niet verenigbaar. Wij zullen dan ook geen voordracht doen om een lid te benoemen en wij zullen ook een voordracht niet steunen. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik wil namens mijn fractie zeggen dat wij dat voorstel steunen om geen bestuurslid aan te wijzen, hoewel ik mij wel kan voorstellen dat ook na de discussie die wij in juni hebben gehad over dit onderwerp, dat u met dit voorstel komt omdat er vanuit de zijde van de vereniging Oudenbosch en de Derde Wereld en voorheen uit de jumela- gewerkgroep eigenlijk duidelijk, steeds duidelijk is gevraagd om een ge meentelijke vertegenwoordiging. Dat die zo expliciet uitmondde in een ver tegenwoordiger vanuit de raad in het bestuur van de vereniging, ja, dat heeft mijn fractie toch wel wat verrast. Waarom? Omdat mede ook naar aan leiding van hetgeen de heer Wijnen opmerkte in de vorige raadsvergadering, we eigenlijk van mening waren dat een formele vertegenwoordiger benoemen meteen moet inhouden dat je moet zeggen van wat is de bedoeling daarvan, wat voor taak krijgt hij, welke vragen geven we die man mee, of vrouw mee enz. Nou dat is er allemaal niet. Ik denk dat het ook heel moeilijk is en in de praktijk denk ik dat het veel verstandiger is dat daar waar de ontwikkelingssamenwerking een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de gemeente, die daar bij Oudenbosch en de Derde Wereld heeft betrokken middels het raadsbesluit van de vorige keer, dat je dan ook gezamenlijk de verantwoordelijkheid neemt voor en regelmatig afstemt welke activitei ten je gaat ondernemen en dat je bij de uitvoering ervan de werkzaamheden ook laten we zeggen deelt. In de praktijk hebben we bijvoorbeeld en dan spreek ik even vanuit Oudenbosch en de Derde Wereld, waar ik dan ook deel van uitmaak, hebben we met de wethouder overlegt over de wijze waarop 12 september moest worden ingericht. Dat is een gezamenlijke activiteit. Ou denbosch en de Derde Wereld heeft een voorstel gedaan. De gemeente in de persoon van de wethouder reageert daarop, er komt een gezamenlijk besluit, we verdelen wat werkzaamheden met betrekking tot de organisatie van die avond en het idee is en ik heb dat ook in de eigen club Oudenbosch en de Derde Wereld nu gezegd dat het eigenlijk op deze manier moet. Niet for mele betrokkenheid van de gemeente, maar inhoudelijke betrokkenheid van de gemeente. Dat wil ook niet zeggen dat de gemeente steeds het werk moet opknappen. Nee, dat is juist de bedoeling dat wij, Oudenbosch en de Derde Wereld dat opknappen. Ja, u voelt dat het toch moeilijk is met twee pet ten, althans ik wel, maar ik spreek frank en vrij omdat ik geen enkel of ik heb niks te verbergen omdat ik zowel politiek als vanuit de andere kant met hetzelfde idee rondloop. Maar ja, ik heb toch twee petten, want ik zit zowel in het een als in het ander. Ik heb het ook zelf niet onver meld gelaten, anders had u het toch ook geweten. Wij vinden dus, mijn frac-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 227