-22-
er al best vertrouwen in. Ik ga ook hier, mijn fractie gaat ook hier varen
op het feit dat u met uw adviseurs daar toch eigenlijk op alle juridische
puntjes volledig geïnformeerd en tot genoegen bent overeengekomen met el
kaar. Wat betreft de voorgeschiedenis nog dit. Er is natuurlijk wat ver
traging in en op dit moment kijken we tegen een verschrikkelijke puinhoop
aan mogen we wel zeggen. Het moet me toch van het hart dat het allereerste
plan, ondanks dat daar misschien ook wat problemen in zaten wat betreft
de woningaantallen, dat het eerste plan toch is moeten sneuvelen bij de
provincie, waardoor zowel voor Eba als voor de gemeente veel tijd verloren
is gegaan en daar ook kosten mee gemoeid zijn. Ik denk dat, ja dat feit
hebben we eerder onder ogen moeten zien in commissieverband, dat nu dit
voorstel hier voorligt dat dat toch maar eens een keer in een openbare
vergadering gezegd moet zijn, dat het toch rauw op je dak valt dat na al
lerlei vooroverleg en kosten van de zijde van Eba en de zijde van de ge
meente en ook moeite van beide kanten dat je dan in een keer een streep
gehaald ziet door dat plan. Ik neem aan dat uit het vorige overleg geble
ken is dat dat nu niet het geval zal zijn en dat wij nu voortvarend te
werk kunnen gaan en dat allerlei donkere wolken die het afgelopen jaar
hebben gehangen boven dit gebied dat die zullen opklaren en dat er een
voortvarende uitvoering gegeven kan worden. Daar wil ik het in eerste
instantie bij laten, met de opmerking dat wat betreft de woningaantallen
die genoemd zijn en waarvan ik eigenlijk ook een beetje benieuwd ben of
dat inderdaad ook, mijnheer Huijpen vroeg dat al, dat de plannen wat dat
betreft ongewijzigd blijven en dat de woningaantallen die hier gepland
zijn, dat wij daar in ieder geval mee kunnen leven.
De VOORZITTER: Mijnheer Van Oosterhout eindigt ermee, mijnheer Huijpen
begint ermee, dat het plan zoals dat nu in ontwikkeling is en waarvan deze
overeenkomst tussen Eba en de gemeente een heel belangrijk nevenprodukt
is, dat dat niet de schoonheidsprijs verdient, maar daar zijn vele oorza
ken voor aan te wijzen. Ik denk niet dat het zinnig is om daar nu nog eens
op terug te komen. Verder zegt de heer Huijpen ja, er moet nogal wat over
leg gevoerd worden. Ik vind dat een wat opmerkelijke opmerking van zijn
kant. Wellicht is dat ingegeven door het feit dat hij voor het eerst eens
een keer op een rij ziet staan van wat voor stappen er allemaal zitten
voordat je een bestemmingsplan goedgekeurd kunt krijgen door gedeputeerde
staten, maar dit is de normale procedure die gevolgd wordt. Er wordt een
plan gemaakt, er vindt provinciaal overleg plaats, dan gaat het naar de
commissie openbare werken, vervolgens weer naar B W, dan volgt de in
spraakprocedure door de bevolking, mede met de ter inzagelegging en dan
is de raad aan de beurt ter goedkeuring van het plan en vervolgens als
laatste gedeputeerde staten. Ja, daar gaat dik een half jaar in zitten
want ieder heeft zo zijn tijd nodig om daar zijn wijze licht over te laten
schijnen. Is het te verwachten dat er nog bijstellingen in het plan nodig
zijn? Ik hoop het niet, mijnheer Huijpen. Het is mijn bedoeling en dat
is ook de reden dat de commissie stadsvernieuwing in de maand augustus
extra bij elkaar geroepen is, om alvorens het contract met Eba te sluiten
te kijken of de neuzen allemaal dezelfde kant uit wijzen of allemaal het
zelfde willen met dat gebied. Nou, ik heb dat na afloop van de commissie
kunnen concluderen. De andere week, de week daarop, ben ik met ambtenaren
naar Den Bosch getogen om met de provincie te overleggen, met ambtenaren
van de Provinciale Planologische Dienst en ik ben daar wel met een stukje
huiswerk teruggekomen, maar niet in de zin dat de plannen qua inrichting
van het gebied en qua aantallen woningen en zo bijstellingen behoeven.
Er moeten nog wat vlekjes weggewerkt worden, wat schoonheidsfoutjes die
er wellicht in de haast ingeslopen zijn, dat moeten we wat ondervangen.
We zitten nog met het verzoek van de heer Wijnen om de hele context waar-