-20- De VOORZITTER: Het is lovenswaardig, mijnheer Wijnen, dat u in derde ter mijn probeert om mij toch een datum te ontlokken. Die zult u van mij niet horen. Ik moet mij daarover eerst nog oriënteren met de beleidsmedewerkers ter zake. Al evenmin kan ik zeggen wanneer wij dus een voorbereidingsbe- sluit kunnen nemen en zeker niet omdat het voorbereidingsbesluit dat dan mogelijk zou moeten maken dat mevrouw Casimiri dus een ander gebruik van haar woning zou kunnen maken. Dat is veel te voorbarig. We moeten die uit gangspunten nog wegen en dan pas kunnen we zeggen van we gaan met de her ziening die richting uit en op grond daarvan kun je een voorbereidingsbe sluit nemen. Je kunt niet vooruitlopen op een eventuele herziening die wellicht achteraf niet te realiseren is. Mag ik vragen of de raad zich ondanks de kritiek die ik hier en daar gehoord heb en de voorstellen die hier gedaan zijn, toch met het voorstel kan verenigen om het bezwaar schrift van mevrouw Casimiri-Kremers ongegrond te verklaren? De heer VAN DONGEN: Wij wensen aantekening dat we er tegen zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening dat de fractie van de VVD tegen dit voorstel is. 18. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met Bouwbedrijf EBA Brabant B.V. ter zake van de realisering van het bestemmingsplan West- Vaardeke-West De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter, de VVD-fractie is blij dat er vanavond een voorstel op tafel ligt tot een overeenkomst met Eba. Waarom zijn we zo verschrikkelijk blij? Voorafgegaan door een lange geschiedenis van jarenlange verpaupering, een rattenplaag en uiteindelijk het tot tweemaal toe uitbranden van gedeelten van het complex is er nu enig zicht op verwijderingen van die rotte plek uit het centrum en is er waarschijnlijk realisering van het plan mogelijk wat volgens onze visie nou ook weer niet direct bij de totstandkoming de schoonheidsprijs ver dient. Mijn fractie kan zich vinden in de voorgestelde overeenkomst met Eba en de inhoud daarvan, maar wij vragen ons wel af, mijnheer de voorzit ter, of het plan, zoals dat nu voorligt, in de overeenkomst met Eba of dat dat nu het plan is wat gerealiseerd gaat worden. Middels de bijgevoeg de tijdsbalk blijkt dat er nogal wat overleg gevoerd moet worden met de provincie en vult u eventueel verder maar in. Mogen we nou verwachten dat de voorliggende overeenkomst dat die nog bijgesteld wordt, eventueel met de financiële consequenties voor de gemeente of is het zo dat het college dat uitsluit, want ja, gezien de ervaringen in het verleden weet je zo langzamerhand niet meer waar je aan toe bent en ook zou de VVD-fractie het college willen vragen op korte termijn met Eba in contact te treden en te onderzoeken op welke termijn de puinresten op te ruimen zijn. Het liefst zo snel mogelijk natuurlijk, want het oogt op geen enkele manier, mijnheer de voorzitter. Het trekt allerlei ongewenste activiteiten aan en ongedierte en mijn fractie zou in ieder geval de nabije omgeving een tweede rattenplaag willen besparen. Tot slot, mijnheer de voorzitter, zou de VVD-fractie erop aan willen dringen om na te streven dat er zo spoedig mogelijk het een en ander gerealiseerd gaat worden. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de verordening zoals wij die vanavond voorgelegd krijgen wijkt op enkele punten af van wat eerder als concept is besproken in de commissie. Onder andere heb ik toen vragen ge steld ook over de positie van de toezichthouder, als directeur gemeente werken of directeur van de dienst gemeentewerken. Die zaken staan er nog steeds in. Ik zou dat toch ja, zo duidelijk mogelijk willen aangeven. Ik

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 222