-18- of dat doen. Nee, de bedoeling is duidelijk te maken wat onze verantwoor delijkheid is ten opzichte van degene die in Oudenbosch woont en daar wil ik voor uitkomen en ik zou zeggen van laten we dan op korte termijn af spreken om een procedure vast te stellen op welke wijze, op welke termijn het bestemmingsplan dan gewijzigd gaat worden, want dat is essentieel en als wij geen voorstel doen dan zal de provincie het ook niet accepteren, want van Oud Gastel mag je dat overigens ook niet verwachten. De heer VAN OOSTERHOUT: Nou, met dat laatste ben ik het natuurlijk wel eens, het laatste wat de heer Wijnen dan zegt. Ik vind dat we daar inder daad naar moeten kijken, maar dan zoals ook de voorzitter daarstraks ook zei, dan integraal. Ik denk dat met een postzegelplannetje men er niet uitkomt en als u zegt van kijk, we hebben ons steeds gebiologeerd geweten tussen enerzijds openbare weg en anderzijds Oud Gastel en ik wil dat nu doorbreken want ik wil een inwoonster van Oudenbosch helpen in haar situ atie dan begrijp ik dat wel, want dat wil ik eigenlijk ook. Maar je moet je in recht en rede afvragen of je met het treffen van de voorziening die nu hier gevraagd wordt, of je dan enige kans van slagen hebt én daarbij mag je, vind ik, niet voorbij gaan aan allerlei adviezen die links en rechts, zoals ik daarstraks al zei, zijn ingewonnen met betrekking tot het behoud van landschappelijke waarde. Want waar het om draait is, kijk, dat huis blijft er wel staan, welke bestemming het nu heeft of straks heeft, dat blijft er staan, dat gaat niet weg. Maar het probleem is de bijgebouwen die er nu aan vast gekoppeld worden. Dan kunt u zeggen van ja, ik wil dat doorbreken. Ik geloof daar niet in. Ik denk dat je naar een integrale oplossing moet zoeken en ik denk dat als je het dan hele maal mooi wilt maken voor haar, dan moet je voor een burger die net op de grens van twee gemeenten woont moet je als gemeente dan het lef hebben om te zeggen van nou, dat lossen we ook wel op want we gaan proberen om dat tegelijkertijd met de andere gemeente gezamenlijk op te lossen, want het is natuurlijk vreemd dat het bestemmingsplan halverwege het erf op houdt. Dus dan ben je denk ik echt klantvriendelijk bezig. Dat is vanavond al een keer meer gevallen. Kijk, in die zin wil ik het best wel oplossen, maar dat kost gewoon nog wat tijd en daarin deel ik in het college, uw laatste opmerking, laten we daar aan vasthouden. Ik denk dat dat de meest zinvolle oplossing is. De heer VAN DONGEN: Ja, voorzitter, er wordt hier met name van de kant van de heer Van Oosterhout gedaan alsof postzegelplannetjes absolute uit zonderingen zijn. Nou, ik zit nog niet zo heel lang in de raad, maar mijn ervaring tot nu toe is dat ze meer regel dan uitzondering zijn eerlijk gezegd en dat dat het integraal wijzigen van bestemmingsplannehoe wen selijk dat dat ook is, dat dat tot de uitzonderingen behoort. We hoeven de agenda van vanvond maar door te gaan en we zien een aantal artikel 19- procedures, die in de woorden van de heer Van Oosterhout gebruikt post zegelplannetjes genoemd kunnen worden. Dus ik vind dat op zich helemaal geen argument. Ook de andere argumenten die op tafel komen met betrekking tot de landschappelijke waarde van het gebied ja, dat is natuurlijk alle maal wel zo, maar we moeten dat in de context zien. We praten hier over een gebied waarvan het Oudenbossche gedeelte althans, een industrieterrein is waartussen een aantal woningen gelegen zijn waarvan, zoals ik in eerste instantie al zei, ik denk dit de enige woning is die geen garage heeft en dan vraag ik me toch af wat in alle redelijkheid dan het argument zou moeten zijn om op dit moment te zeggen nee, dit kan niet. Nogmaals, dat begrijp ik niet hoor. Met betrekking tot de adviezen die bij de secretarie in Oud gastel zijn ingewonnen, dat is prima dat dat gebeurd is en daar is een ambtelijk advies uitgerold met alle waardering en eerbied voor

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 220