-3-
geweest hij zou de eerste zijn geweest om mij daarop te attenderen, dat
wij vandaag zijn opvolger, de heer Van den Bosch, in de vergadering van
deze raad zouden beëdigen. Omdat wij ons realiseerden hoe gevoelig dat
kan zijn, zeker ook in combinatie.hebben wij overleg gevoerd, zowel met
mevrouw Brans als met de heer Van den Bosch en hoewel het op zich mis
schien wat hard lijkt dat beide agendapunten zo direct na elkaar komen,
is dat het resultaat van het overleg en wij stellen het erg op prijs en
ik weet dat bij wij ook hoort de heer Van den Bosch, dat mevrouw Brans
te kennen heeft gegeven dat ze ook graag aanwezig wil zijn bij de beëdi
ging van de heer Van den Bosch als de opvolger van haar man. Wij hebben
in overleg met de heer Van den Bosch er overigens voor gekozen dat in een
uiterst sobere vorm te doen. Dat zal aldus zijn: Ik nodig zo direct de
heer Van den Bosch uit de beide eden af te leggen die door de gemeentewet
worden voorgeschreven. Vervolgens zal ik de vergadering schorsen, er zal
verder geen toespraak meer volgen. Dan zal ik de vergadering schorsen om
iedereen de gelegenheid te geven om de nieuwe secretaris en mevrouw Van
den Bosch geluk te wensen en van de gelegenheid dat we dan toch schorsen
maken we dan gebruik om het gebruikelijke kopje koffie daar maar meteen
aan vast te plakken.
3. Beëdiging van de heer J.A.P.M. van den Bosch als gemeentesecretaris
De heer J.A.P.M. VAN DEN BOSCH legt in handen van de voorzitter de voor
geschreven eden af.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde:
4. Notulen
De notulen van de vergadering van 12 januari 1989 worden zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, wordt de besluitenlijst nu
ook vastgesteld
De VOORZITTER: Nou, strikt genomen stellen we die niet vast, maar wat
is uw opmerking
De heer DEN BRABER: Ik heb een opmerking over de redactie van het voorstel
van orde, ingediend door de CDA-fractie. Daar zou moeten staan: "De meer
derheid van de raad deelt niet de conclusie van de CDA-fractie", want de
vragen zijn wel behandeld.
De VOORZITTER: Is dat nou zo Ik moet me dat even voor de geest halen,
want dat is een subtiel verschil. We hebben toch het verzoek om erover
te spreken als niet nodig afgewezen
De heer DEN BRABER: Nee, voorzitter, als u er de notulen op naleest dan
zult u in ieder geval van mijn kant en ik denk ook van de kant van de heer
Van Oosterhout aantreffen dat wij de CDA niks in de weg wilden leggen bij
het stellen van vragen, alleen de eindconclusie die zij in het preadvies
hadden staan die werd niet door ons gedeeld.
De heer VAN OOSTERHOUT: De heer Den Braber heeft inderdaad gelijk.
De VOORZITTER: Ja, dat klopt. Ik herinner me het weer. We zullen de redac
tie als zodanig aanpassen. Dan wilde ik graag omdat er de vorige keer een
vraag over de openbare school is blijven liggen, wethouder Van Overveld
was toen staande de vergadering niet in staat die te beantwoorden en is
dat nu wel, hem de gelegenheid geven om daarop terug te komen.