-38-
De VOORZITTER: Ja, maar dat voorstel doen we niet in het kader van de
raadsvergadering
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, ik had er velen maar ik beperk
me tot twee. Ik heb nog steeds geen antwoord gekregen op de vraag met be
trekking tot een eventuele verhoogde activiteit van het Hoogheemraadschap
West-Brabant en dat zou dan met name gelden in het buitengebied en dat
zou in opdracht gebeuren van de gemeente. Het is namelijk zo dat de uit
voerende ambtenaren, die beweerden dat stellig. Ik zou daar toch graag
een reactie op krijgen. Of misschien is het zo dat de opdracht verstrekt
is zonder dat het dagelijks bestuur daar kennis van heeft. Ik weet het
niet, maar in ieder geval ik heb er dus nog geen antwoord op. Dan mijn
tweede en laatste vraag, mijnheer de voorzitter. Is er al concrete duide
lijkheid richting alle bewoners van het Groene Woud, die te lijden hebben
gehad van de wateroverlast van vorig jaar september? Met betrekking tot
één geval is mij bekend dat daar zelfs nog niemand geweest is om de schade
op te nemen en ik zou er toch bij het college op aan willen dringen om
dat zo snel mogelijk te doen en die mensen concreet duidelijkheid te ver
schaffen, want ik vind het eigenlijk uiterst onbehoorlijk dat dat tot op
dit moment nog niet gebeurd is.
De VOORZITTER: Het Hoogheemraadschap, ik geloof dat wethouder Den Braber
daarover iets kan zeggen.
De heer DEN BRABER: Ik zal het proberen. Ten eerste de gemeente is geen
opdrachtgever naar het Hoogheemraadschap toe. Met stelligheid moet ik dan
ook ontkennen dat er vanwege gemeentelijke inbreng sprake zou kunnen zijn
van verhoogde activiteit door het Hoogheemraadschap. Misschien dat ze uit
eigener beweging dat doen, maar de rol van de gemeente daarin is een ge
wone voortzetting van het al jaren gevoerde beleid. Bij vermoeden van ver
vuiling attenderen wij op ambtelijk niveau het Hoogheemraadschap en wat
die daar verder mee doen, daar hebben wij verder geen zicht op. Wij zijn
geen opdrachtgever. Dat zouden ze ook niet aanvaarden.
De VOORZITTER: Met betrekking tot het Groene Woud hoor ik dat wij in onze
vergadering van aanstaande dinsdag van B W de zaak in zijn totaliteit
aan de orde krijgen en dan zou er een besluit kunnen vallen.
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, wij zijn vanavond even groot als de VVD-
fractie, dus ik wil me ook beperken tot twee vragen. De eerste vraag is
dat ik langs Rijksweg 17 heb gezien dat van het bord wat er staat om het
industrieterrein aan de Oudlandsedijk aan te kaarten, dat daar de aankon
digingen van de firma Zadelhoff zich niet meer op bevinden. Betekent dat
dat er, ik heb gezien in de B W dat er de nodige ontwikkelingen zijn,
maar betekent dat dat ook de bemoeienis van de firma Zadelhoff daar niet
meer aanwezig is? De tweede vraag is: Wij hebben met de centrale antenne
commissie de afgelopen maanden niet meer vergaderd. Als je toch de kran
ten leest dan zijn er toch de nodige ontwikkelingen op het gebied van de
centrale antenne-inrichting. We kennen onder andere de komst van de Astra-
satellietwaarvan wij toch ook afhankelijk zijn voor het ontvangen van
de nodige zenders. Wij kennen de ontwikkelingen die er zijn op het gebied
van de ontvangst van TV-10 en het andere programma, Tele Veronique. We
kennen ook de berichten vanuit Hoeven, die dus aan zullen sluiten op
Roosendaal. Ik denk dat dat toch de nodige ontwikkelingen zijn om met de
commissie al dit soort zaken eens te gaan bekijken. Dat was het, voor
zitter.
De VOORZITTER: Met betrekking tot de eerste vraag. Ik heb ook vastgesteld
dat die borden er inderdaad, de onderste borden, aan beide kanten er af
zijn. Dat maakt het bord in ieder geval onduidelijker. Zadelhoff blijft