-31- niet meer precies financieel volgen. Nee, dan moet je het maatschappelijk nut afwegen en zeggen die prijs heeft het. Kortom, voorzitter, wij zijn blij met de ontwikkeling en we hebben er alle hoop op, gezien ook de wijze waarop nu gewerkt wordt, dat het in de toekomst met Fidei et Arti nog veel beter gaat als het zich nu al laat aanzien. Prima zaak! De heer VAN OVERVELD: Ja, mijnheer de voorzitter, na het pleidooi van mijn buurman moet ik het gras bij de heer Huijpen nog een keer gaan maaien en hij weet zelfs dat dat maar één keer kan. Ik zal mij dus beperken tot de polletjes die er wellicht nog staan. Over de rentabliteit van gebouwen die bestemd zijn voor zaken als die waarvoor Fidei et Arti bestemd is, hoef je eigenlijk geen discussie te voeren. Die gebouwen zullen nooit echt rendabel zijn. Wat is rendabel? Rendabel kan ook zijn een goed gebruik door veel mensen uit de woonplaats die daar allemaal middels belastingen een kleine bijdrage in leveren. Als daar heel veel mensen gebruik van ma ken dan is zo'n gebouw, ook al is het financieel-economisch niet rendabel, sociaal-maatschappelijk rendabel. Dat er een basis ontbreekt voor de cij fers zoals ze door het stichtingsbestuur zijn samengesteld, dat is correct. Er zijn geen cijfers voorhanden aan de hand waarvan je ze kunt gaan verge lijken, want we hebben met een hele nieuwe situatie te doen. We zullen dus, de heer Van Oosterhout bevestigt dat ook al, aan de hand van de ko mende jaren gaan zien wat voor realiteitswaarde de cijfers die we nu heb ben eigenlijk hebben. Dat normaal gesproken een aantal kosten zoals ze hier genoemd worden uit de algemene dienst moeten worden betaald, dat is inderdaad waar, maar wij gebruiken tot op heden het welzijnsfonds voor namelijk voor zaken die zich tussentijds aandienen en waarvoor bij het totstandkomen van de begroting niet of niet in voldoende mate was voorzien. Zodra er definitieve cijfers omtrent het welzijnsfonds bekend zijn, dan denk ik dat het goed is dat we met zijn allen aan tafel gaan om te zien waar en hoe deze middelen zullen worden besteed, maar ik ga er voorshands van uit dat dat binnen het welzijnsgebeuren zal zijn. Die discussie zal dus moeten plaatsvinden. Ik neem dat uiteraard op me om dat zo spoedig mogelijk voor elkaar te krijgen. De opmerking dat Fidei et Arti betaald wordt door andere instellingen is niet juist. Dat vind ik niet terecht. Er is in het verleden minder uitgegeven dan begroot door heel veel instel lingen en die middelen komen terug in het welzijnsfonds. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik de wethouder even een vraag stellen? Kunt u nou aangeven hoe dat dat fonds specifiek welzijn hoe dat dat gevuld is? Is het niet zo dat uw collega-wethouder, de heer Van Oosterhout, dat die in de vorige periode met een regelmaat behoorlijk krap zat omdat hij zich aan zijn budget-financiering moest houden? Ik kan daar een voorbeeld van noemen: Levendig staat me nog de discussie voor de geest dat het voorstel van het college was met betrekking tot het ver voer van kinderen voor speciaal onderwijs. Door ingrijpen van de WD-frac- tie is die 30.000,die er toentertijd bezuinigd moest worden en waar van wethouder Van Oosterhout zei van ik sta met de rug tegen de muur, ik kan niet anders, hebben wij toen weten te voorkomen dat dat gebeurd is. Dus die pot specifiek welzijn, hoe is die gevuld? Geef dat eens aan. De heer VAN OVERVELD: Ja, mijnheer Huijpen, die pot is niet door een of twee zaken gevuld. Die is in de loop der jaren steeds gevuld door middelen die wel begroot waren maar niet zijn uitgegeven door de instellingen en dan kom je op een gegeven moment tot een aanzienlijk bedrag, denk ik. Aan gezien er destijds gewerkt is met budgetten, ik weet niet exact meer, ik was destijds nog geen lid van deze raad toen het speelde, hoe dat met het vervoer van kinderen voor speciaal onderwijs zat, maar ik meen dat daar ook de overheid een duidelijke vinger in de pap had en niet alleen de ge-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 187