-19-
dat op deze manier al plaatsvindt.
De VOORZITTER: Wij zeggen u toe, de verordening zegt dat daarvoor de goed
keuring van B W nodig is, de tarieven voor de vaste ligplaatsen dat
hoeft hij alleen maar te melden. Wij zeggen u toe dat wij eerst het advies
van de commissie algemene en bestuurlijke zaken inwinnen voordat wij wel
of niet akkoord gaan met het tarief.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
16. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van
het opstellen van een milieu-nota
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja, de VVD-fractie
heeft zich afgevraagd of dat het niet wat laat is, maar beter laat dan
nooit en misschien is het nog niet te laat. Ik heb een vraagje naar aan
leiding van het voorstel. Er is sprake van een begeleidende werkgroep en
wat wordt de bemensing van die begeleidende werkgroep? Zou hier met name
een plaats in zijn voor vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven in zijn
algemeenheid. Ik denk dan met name aan de industrie en de agrarische we
reld.
De heer DEN BRABER: Dat is niet de opzet die ons voor ogen staat, mijnheer
Huijpen, om daar in die werkgroep mensen uit het bedrijfsleven erbij te
halen. In de stukken heeft u kunnen vinden dat het adviesbureau denkt aan
de portefeuillehouder en diens beleidsadviseursOp verzoek van uw fractie
genoot, de heer Van Dongen, die daarnaar vroeg in de commissie openbare
werken, heb ik inmiddels zelf contact gehad met de rijkspolitie en van
die kant is men zeer geïnteresseerd om in die stuurgroep, begeleidende
werkgroep, daarin te participeren. Overigens is dit niet meer dan aandra
gen naar het adviesbureau toe van de milieuproblematiek zoals die door
de politiek onderkend wordt en op grond daarvan een advies te krijgen van
hoe we die zaak aan moeten pakken. Ik kan me voorstellen dat we bij de
uitvoering, als daar stuurgroepen, werkgroepen of wat dan ook aan te pas
komen, dat we dan natuurlijk wel naar het bedrijfsleven kijken.
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, als het dan zich met name toe
spitst op het aandragen van de problematiek met betrekking tot het milieu,
dan is mijn fractie van mening dat het uiterst zinvol zou kunnen zijn om
daar de direct betrokkenen bij te betrekken in een vroeg stadium en dat
zou de discussie en het aanreiken van alleen maar kunnen verhelderen en
kunnen verduidelijken. Misschien is dat een overweging waard van het col
lege.
De heer DEN BRABER: Ja, u kunt er iedereen die met het milieu te maken
heeft en wie is dat niet in Oudenbosch, wie constateert er niet wat er
allemaal aan verbeterd zou kunnen worden, die zou je er wel bij kunnen
halen, maar wij hebben de adviesbureaus die wij om offerte gevraagd hebben
allemaal een aandachtspuntenlijst doen toekomen van houdt daar rekening
mee en verder zijn wij van plan om de beleidsafspraken die er in het
akkoord '86-'90 zitten op het gebied van milieu, om die als uitgangspunten
voor het doel waarnaar wij streven aan te reiken en op grond daarvan dus
een milieunota te krijgen en ik denk dat Ja, het lijkt best aardig
om mensen uit de samenleving daar dus in deze startfase al bij te halen,
maar ik vraag me af of dat nou echt nodig is. Ik denk dat de milieusitua
tie in Oudenbosch daarvoor niet wezenlijk verschilt van andere gemeenten.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ik wil een opmerking maken. Ik wil toch heel na
drukkelijk onder de aandacht brengen dat, en het is wellicht ook al aan