-18- Ook wat betreft de liggelden is er naar verwezen, dat dat in de commissie zal plaatsvinden. Nu staat er in de verordening dat de exploitant die moet deze gelden of deze prijzen bekend maken aan B W en die hebben instem ming van B W nodig voordat ze in werking kunnen treden. Mijn vraag is op welke wijze krijgt zoiets gestalte. Dus we geven dat krediet uit, dat is blijkbaar de laatste fase van de aanleg zoals ik begrijp, want het is gerealiseerd, dus het is alleen maar een krediet voteren en verder gaat het dan nog om de exploitatie. Ten aanzien van het verder verlenen van het krediet is mij opgevallen dat dit gebaseerd is op een raming van en kele jaren geleden van de Grontmijdie heeft dat toen geschat,/ 59.000, en het is mij ook opgevallen dat er geen bestek ligt, zoals dat wel ge bruikelijk is. Wat wij dus hier als gemeente aan werk door anderen laten doen, dat gaat gepaard met een nauwkeurig beschrijven van wat er wel en niet verwacht mag gaan worden en ja, verder het beheer, zoals ik al gezegd heb, daar is ook het nodige over onduidelijk. Ik heb inmiddels wel begre pen dat de betreffende exploitant van de haven wel beschikt over de ta rieven en die ook wel bekend maakt. Zijn die inmiddels ook al bekend en beschikbaar voor de raadsleden? Of is dat alleen voorbehouden aan het col lege? De heer DEN BRABER: De heer Wijnen haalt terecht de pachtovereenkomst aan, waarin dus sprake is van het feit dat de verschuldigde vergoeding voor bootpassanten de instemming behoeft van burgemeester en wethouders. De tarieven zijn bij ons niet bekend. De firma Duijnhouwer heeft die bij ons nog niet aangemeld. Volgende week dinsdag heb ik een gesprek met hen over een aantal zaken, om de zaak daar af te ronden en ik zal hen er nadrukke lijk om vragen om die op de kortst mogelijke termijn kenbaar te maken. Nu moet ik even naar de voorzitter kijken, ik denk dat we af kunnen spre ken dat die dan 22 augustus in de commissie ABZ voordat B W dus instem ming betuigt met die tarieven, dat B W even toetst aan de commissie ABZ hoe dat daar ligt. Ik denk dat niks zich daartegen verzet. De onderbouwing van het krediet, u zegt er ligt geen bestek onder. Ook daar heeft de heer Wijnen gelijk is. Ik heb er vandaag nog naar gevraagd hoe dat bedrag nou tot stand is gekomen. Het is op basis van ervaringen elders. Het is overi gens wel inclusief de trappen die er nog moeten komen naar de Kaaistraat toe om die passantensteiger te kunnen bereiken. Dat zit in dit krediet in. De VOORZITTER: De heer Wijnen had nog een vraag, of eigenlijk een opmer king over het beheer. Kunt u daar nog iets over zeggen? De heer DEN BRABER: Het beheer en de exploitatie van deze passantensteiger is helemaal voor rekening van de firma Duijnhouwer. Het enige wat wij als gemeente doen is de investering. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik weet niet in hoeverre die stukken officieel zijn, maar er circuleert wel een bericht met de betref fende prijzen al waarin staat wat de liggelden zijn voor Oudenbosch. De VOORZITTER: Ja, maar toch niet over die passantensteiger? De heer WIJNEN: Ook. De VOORZITTER: Oh, dat kan helemaal niet. De heer WIJNEN: Het kan een vergissing zijn hoor, maar ik heb het toch wel gezien. U herkent het helemaal niet? De VOORZITTER: Nee. De heer WIJNEN: En ik vind het ook eigenlijk helemaal niet terecht dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 174