-17- Ik zou daar toch even op willen wijzen. De heer DEN BRABER: Met betrekking tot de vraag van de heer Wijnen over het arboretum of dat betrokken kan worden in het nader overleg dat moet plaatsvinden rondom de vormgeving van deze groengordel. Ik heb daar geen bezwaar tegen. Ik zal in ieder geval daarop vooruitlopend het probleem zoals hij dat schetst van het in voorraad houden van water daar waar het arboretum daar sterk behoefte aan heeft, zal ik doorgeven aan degenen die de tekeningen enz. daarvoor moeten gaan maken en niets verzet er zich te gen om als dat nodig is mensen van het arboretum zelf daarbij te halen om die mening eens nader toegelicht te krijgen als dat nodig zou zijn. Verder, ja, mijnheer Wijnen heeft erop gewezen, wij gaan dus nadat het krediet eventueel door de raad hier goedgekeurd is praten met de omwonen den, dat zal na de vakantie zijn, over de definitieve vormgeving daarvan. Daarbij zal ook aan de orde komen het fietspad, wat van noord naar zuid daar langs komt. De conclusies van het overleg komen terug in de commissie openbare werken. Ik hoop september, maar het zou best eens oktober kunnen zijn. Het ligt een beetje aan de vakantieperiode hoe dat zal gaan. In die zelfde commissievergadering zal de verkeerstechnische maatregel aan de orde gesteld worden die het nodig maakt om het fietspad enkel fietspad te doen zijn zodat daar geen bromfietsers of anderszins gebruik van gaan maken. Mijnheer Huijpen heeft gelijk, het is de uitvoering van wat des tijds niet het broederspad maar het broedersepad heet het officieel, wat daar ook afgesproken is. De kosten van deze aanleg zijn meegenomen in de exploitatie. De mensen die dus aan weerszijden nu wonen hebben er al aan meebetaald en het zou denk ik toch wat raar zijn als je de mensen laat betalen voor een voorziening waar sommigen al een jaar of tien op wachten en naderhand daarvan gaat zeggen van nou, we moeten het toch misschien maar niet doen, want het is zo duur. Vanaf het begin is de aanleg van deze groengordel in de exploitatie van zowel lob B als lob A meegenomen. De problematiek van de hondentoilet is afzonderlijk bezien in de commissie openbare werken. Ik ben er al aan gewend mijnheer Huijpen, dat de honden poep elke commissievergadering prominent op de agenda staat of door leden op de agenda gezet wordt, dus ik kan er heel goed mee leven om daar eens afzonderlijk aandacht aan te besteden. Overigens, zal de plaats waar het hondentoilet komt mede duidelijk moeten worden in het overleg wat wij met de omwonenden zelf zullen hebben. De heer HUIJPEN: Nog even een korte opmerking, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat de wethouder mij ietwat verkeerd begrepen heeft. Het is na tuurlijk niet zo dat wij niet erg content zouden zijn met de inrichting van dat alternatieve broedersepad, maar waar het ons om ging dat was de manier waarop dat dus de lasten verwoord stonden in het preadvies en daar zetten wij dus een voorzichtig vraagteken bij De VOORZITTER: In de exploitatie-opzet worden ze daardoor gedekt, alleen die exploitatie-opzet sluit inmiddels door de lange duur met een tekort. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 15. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanleg van een passantensteiger in de haven De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, bij de bespreking in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening over de aanleg van een passanten steiger is door de voorzitter toegezegd dat over de tarieven en dergelijke onder andere de vergoeding die gevraagd gaat worden, overleg gevoerd zal gaan worden met de leden van de commissie algemene en bestuurlijke zaken.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 173