-11-
beleid, gevoerd door de gemeente, maar in deze, waar het gaat om de voor
gestelde aanvulling, eigenlijk de marges die de rijksoverheid plaatselij
ke overheden al bood, vinden we dat er niet duidelijk sprake is van in
komensbeleid. Het gaat hier duidelijk om een verbreding van de marge die
er voor een lokale overheid is om rekening te kunnen houden met persoon
lijke omstandigheden van mensen die behoren tot de minimagroep. We vinden
dat een zeer nuttige aanvulling. Wij zijn ook blij met de samenvatting
die u hier op een paar pagina's voor ons heeft gemaakt. We ondersteunen
het voorstel van de heer Hermes om daar en de heer Wijnen sluit zich daar
ook al bij aan, om dat samen te vatten en daar voldoende bekendheid aan
te kunnen geven via verschillende kanalen die daar voor staan en wat ons
dan daarna nog zeer interesseert is om uit het feitelijk gebruik wat er
van gemaakt wordt vooral ook af te leiden in hoeverre dat er inderdaad
sprake is van een behoefte. Om juist ook te kunnen peilen of we hiermee
inderdaad iets kunnen doen voor de betrokken groep. Juist het gebruik kan
daar een indicatie voor zijn. We willen dat graag afwachten, maar wij wil
len eigenlijk nu van u toch een evaluatie in het vooruitzicht gesteld zien,
laten we zeggen over pakweg een jaar, zodat we volgend voorjaar daar nog
een keer op terug kunnen komen.
De VOORZITTER: De heer Hermes, hij heeft namens zijn fractie benadrukt
dat hij het liever eerder had gewild. Nu mag ik dat niet ontkennen, maar
ik denk wel dat de eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat het voeren van
dit minimabeleid toch eigenlijk is voortgekomen uit niet direct een vraag
om minimabeleid, maar uit een vraag om meer contact met de uitkeringsge
rechtigden om in dat contact vast te stellen of er wellicht bijzondere
zaken aan de orde waren en wat we nu gedaan hebben is voordat we daar een
echte invulling aan hebben gegeven een voorstel geformuleerd. Dat is mede
gebeurd op basis van suggesties die daarvoor aan het eind van het vorige
jaar in de commissie algemene en bestuurlijke zaken zijn gedaan en die
nog eens zijn onderstreept bij de begrotingsbehandeling. Er is toen een
termijn afgesproken en die termijn daar hebben we ons heel correct aan
gehouden. Dus ik vind eigenlijk dat dat evengoed gezegd zou kunnen worden
als dat u het al veel langer gewild had. We hebben, u hebt dat, mijnheer
Hermes, gezegd en ook de andere sprekers in deze eerste ronde, we hebben
een bedrag moeten kiezen en dat bedrag heeft nauwelijks een onderbouwing.
Het is gewoon een schatting. Niet meer dan dat, maar ook niet minder. Het
is geschat door mensen die wel zicht hebben op de omvang van de groep,
maar zomin als de groep kwantitatief is aan te geven, zomin is ook het
bedrag exact te maken en het is nadrukkelijk de bedoeling om de intenties
zoals ze hier in deze notitie vastliggen om daarnaar te leven en u mag
er op rekenen dat als bijstelling van het bedrag nodig is, het in het
voornemen van het college ligt en ik neem ook aan in het voornemen van
de commissie sociale zaken die met de uitvoering zal worden belast, om
dan snel aan de bel te trekken om te zorgen dat er dan geen hiaten ont
staan in de hulpverlening. Welke weg, vraagt de heer Hermes, bij een be
zwaar. Het bezwaarschrift moet volgens de verordening worden ingediend
bij het college van burgemeester en wethouders. In de praktijk betekent
dat dat het hier in het gemeentehuis binnenkomt en dat het ter voorberei
ding in het ambtelijk apparaat ter hand zal worden gesteld aan de afdeling
sociale zaken. Daar zal een herhaling plaatsvinden van1 het onderzoek wat
er in eerste instantie moet zijn gedaan. Dan komt er een advies aan het
college van B W. Ondertussen zal B W de bezwaarde in de gelegenheid
stellen om zijn bezwaren toe te lichten en aan de hand van het ambtelijk
advies en de toelichting op het bezwaar zal er dan een besluit moeten
plaatsvinden of zal er in eerste instantie wellicht nog via een aanvullen
de vraagstelling vanuit B W een nader advies van de afdeling worden ge-