-10- een aantal aspecten even uit willen lichten, want anders is het misschien beter in de toekomst maar even te bellen over raadsvoorstellen en dan geef ik wel door of ik voor of tegen ben. Maar, ter zake, uitgangspunt voor de VVD-fractie is en blijft dat het minimabeleid een aangelegenheid is voor de rijksoverheid. Mijn fractie vindt het niet goed dat er op lokaal niveau op deze wijze wordt ingetreden. Er zijn zoveel regelingen en zoveel instellingen en zoveel mogelijkheden, welke een bijdrage leveren aan een minimabeleid of daarin participeren en mijnheer de voorzitter, het is be paald niet zo dat de gemeente Oudenbosch niets zou doen of niet actief is inzake het voeren van minimabeleid. Er staan een aantal voorbeelden van verwoord in het preadvies. Daarnaast, mijnheer de voorzitter, zijn wij van mening dat er een aantal zaken op dit moment niet inzichtelijk zijn. Zoals opgemerkt in de commissie ABZ het bedrag van 7.500,is dat bedrag toereikend? Om hoeveel personen gaat het? En dan waar mijn fractie bijzonder aan hecht, dat is: Kunnen we ons dit structureel blijven veroorloven in de toekomst? Daar gaat het uiteindelijk om. Is het niet zo dat er een aantal zaken opgestart worden waarmee verwachtingen gewekt worden bij mensen die misschien in de toekomst niet waargemaakt kunnen worden of niet gestand kunnen worden gedaan. We kunnen niet overzien wat de reikwijdte van de gevolgen zijn van het voeren van een minimabeleid zoals voorgesteld op lokaal niveau. Is dit structureel vol te houden, mijnheer de voorzitter? Wij vragen het ons af, want als we nu de laatste raadsvergaderingen eens een keer op een rijtje zetten dan voteren we maar en of het allemaal betaalbaar is en blijft, ik weet het niet en het colle ge weet het ook niet en mocht dat wel het geval zijn, dan toon het maar aan. Dank u wel. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, volgens de CDA-fractie heeft de gemeente binnen het kader wat de rijksoverheid gesteld heeft wel dege lijk een taak met betrekking tot individualiserend beleid ten aanzien van mensen met een minimum-inkomenssituatie. Dat wordt ook met zoveel woorden door de rijksoverheid erkend in de betreffende besluiten en het gaat er niet om om algemene regels te stellen, maar het gaat er om om mensen in probleemsituaties te helpen. Wij zijn erkentelijk voor de uiteenzetting zoals u die ons heeft doen toekomen, waarin u dus uiteengezet heeft op welke wijze ten aanzien van de mensen in een minimum-positie er in Ouden bosch regels getroffen zijn en op welke wijze dat mensen daar in tegemoet kunnen worden gekomen en in dat verband vinden wij het correct dat deze aanvulling er gekomen is om vooral mensen die in een onmenselijke positie zouden kunnen komen te verkeren tegemoet te komen en anders dan de heer Huijpen doet vermoeden gaat het om een aanvulling die naar onze inschat ting toch niet een zodanig bedrag omvat dat het niet in Oudenbosch zou zijn op te brengen. Bovendien geldt dan nog de vraag welke afweging je moet toepassen en ik denk dat het juist van groot belang is om mensen voordat ze in een zodanige positie komen dat ze geen uitweg meer weten, dat ze geholpen worden en in dat licht zou ik de suggestie die de heer Hermes deed nog nader willen ondersteunen ten aanzien van het geven van de juiste voorlichting aan mensen die in zo'n situatie dreigen te komen, dat ze tijdig in de gelegenheid zijn om van de beschikbare middelen ge bruik te maken. Het is tragisch genoeg dat dat in een te laat stadium met veel meer leed en problemen gepaard zou kunnen gaan. De gedachte is om een voorlichtingsbrochure op te stellen waarin de mogelijkheden kort zijn samengevat en waarin verwijsmogelijkheden zijn naar instanties die op dat gebied ter zake meer informatie kunnen verschaffen. Dat nog even ter aan vulling. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ook mijn fractie is tegen inkomens-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 166