-7-
aan de gemeenten lager is geworden de knelpuntenpot is gegroeid en is
dus groter als vroeger. Ik denk dat we moeten proberen daarvoor voldoende
projecten aan te dragen bij de provincie en dan ook zeggen dat de gemeen
te Oudenbosch wat dat betreft slecht bedeeld wordt.
De heer DEN BRABER: In het kader van de stadsvernieuwingsproblematiek als
knelpunten, dus de stadsvernieuwingsprojecten zelf, zullen de middelen
vanwege die herverdeling op provinciaal niveau wat ruimer zijn en is het
zaak dat wij in het kader van de structuurschets daar een forser beroep
op gaan doen.
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, dank u wel voor de reactie.
Ik hoor van de wethouder dat er dus zeg maar verschillende projecten zijn
waar we eventueel de gelden voor zouden kunnen besteden en veronderstel
dat er dat te veel gaan worden, want ik dacht dat we indertijd ook de af
spraak gemaakt hadden, misschien kan de heer Van Oosterhout mij daarbij
helpen, om dus ook aan een of andere luifelsubsidie iets te gaan doen voor
de middenstand in het centrum. Dus, ja, de middelen zijn beperkt en de
projecten zijn talrijk, dus is weet niet wat daarvoor de verdeelsleutel
voor gaat worden. Anderzijds is het zo dacht ik, mijnheer de voorzitter,
dat feitelijk toch de gelden bedoeld zijn voor het verbeteren van die par
ticuliere woningen en ik dacht dat het altijd zo geweest was, maar goed,
ik hoor de reactie wel. Dat wilden wij gestand doen.
De heer VAN OOSTERHOUT: Als de heer Huijpen mijn hulp inroept, dan rea
geer ik daar maar meteen op. Dat klopt, die gelden zouden ook voor andere
doeleinden bestemd zijn. Er is nog een paragraaf voor de verfraaiing van
de winkelpuien. Die is nog niet uitgewerkt in de monumentenverordening,
maar dat is eigenlijk wat de wethouder bedoelde, dacht ik. Daar moet je
die 104.000,over verdelen, over die vier onderdelen. Dus wat dat be
treft deel ik het standpunt van de wethouder dat je daar straks over moet
discussiëren hoe je dat precies over één, twee of drie verdeelt.
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer Van Oosterhout, voor uw reactie.
De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer Van Oosterhout heeft het gras voor mijn
voeten weggemaaid. Van de vier hoofdstukken die er in het kader van de
stadsvernieuwing actief kunnen zijn, hebben wij er op dit moment maar twee
geactiveerd. Rondom die ondernemingen en de monumentenzorg staat die zaak
nog stil en ik denk dat het alleen maar verstandig is om alle vier de
hoofdstukken, de behoeften daarvan, op een rij te hebben en dan over een
verdeelsleutel te gaan praten.
De VOORZITTER: Ja, mijnheer Huijpen, kunt u zich met het voorstel vereni
gen of zegt u ik wil toch dat die 104.000,eigenlijk
De heer HUIJPEN: Ik kan me met het voorstel verenigen, mijnheer de voor
zitter. Het was meer een pleidooi.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
6. Voorstel tot het aanwijzen van een lid en een plaatsvervangend lid in
het algemeen bestuur van het Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren
IZANoord-Brabant
7. Voorstel tot:
- verlenen van medewerking ex artikel 74 Wet op het basisonderwijs voor
herstel riolering basisschool De Bukehof;
- beschikbaarstelling krediet/wijziging gemeentebegroting 1989
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.