-23- ning geventileerd wordt er eigenlijk geen andere argumenten op tafel lig gen dan wij vorig jaar uitgebreid met elkaar bediscussieerd hebben en dat betekent dus dat wij nog steeds volledig achter het voorstel staan om een tweede openbare school te stichten. Het is duidelijk, ze hebben dus beves tigd, zoals toen ook al in twijfel werd getrokken, dat het op dit moment niet concreet mogelijk is om een tweede openbare school te starten daar waar we dat het liefste zouden willen, maar ik denk dat dit toch de weg is die we moeten trachten te continueren en wij steunen dan ook dit voor stel De heer VAN OVERVELD: Naar de heer Wijnen toe. Hij zegt de onderbouwing is onvoldoende. Nou, zowel provincie als ministerie hebben op geen enkele wijze enige kritiek laten horen naar de onderbouwing toe en ik neem aan dat daar waar men zo kritisch is men wel gereageerd zou hebben als de on derbouwing inderdaad onvoldoende zou zijn geweest. Het is nu eenmaal zo en dat is naar de heer Du Pont, het is door de heer Van Leeuwaarden in zijn informatie nog een keer bevestigd, dat voorzover ik weet volgens ar tikel 62, lid la, scholen in het plan moeten worden opgenomen die nog niet voor bekostiging in aanmerking zijn gebracht en het is inderdaad een in terpretatie van wanneer is een school in aanmerking gebracht, maar blijk baar interpreteert men het toch zo dat zodra er nog niks is toegezegd het ook niet beschouwd wordt als zijnde voor bekostiging in aanmerking te zijn gebracht. Maar dat zou je nog kunnen laten bevestigen door de VNG of ja, ik denk dat de VNG in eerste instantie daarvoor aangewezen is om daarvan nog maar eens een keer van advies te voorzien. De gemeente bepaalt, zegt de heer Van Leeuwaarden, waar de openbare school moet komen. Ja, dat is wel prettig, maar het rijk moet het betalen en als het rijk zegt wij be talen niet, dan verliest de gemeente het recht om te bepalen waar. Wij hebben een anderhalf uur durend gesprek gehad op het ministerie met onder andere de man die de brief heeft ondertekend en wij hebben elke lokatie die in Oudenbosch voorhanden was, in het centrum met name en in de wijk Spui, uitvoerig bekeken en daar zat eigenlijk niets in op dit moment. Ook niet in De Schakeldat zou voldoen aan de wens van deze raad om daar een tweede openbare school in te vestigen. Ik heb gepleit toen dat niet haal baar was voor het verstrekken van noodlokalen, semi-permanente bouw, maar elk voorstel wat gedaan werd, dat hebben we nadien hebben we nog andere alternatieven op tafel gebracht, die dan weer in de wijk Albano zelf waren gelegen, maar steeds wordt door het ministerie heel star en heel strak doorverwezen naar leegstand in De Bukehof, waarbij zij zeggen wij begrij pen heus wel dat een overweg en een drukke weg dat dat grote belemmeringen zijn, maar dan moet u eens naar de kindertjes in de grote steden komen kijken en zij zeggen wij begrijpen best dat voor Oudenbossche begrippen 1500 m misschien heel ver is, maar komt u maar eens in Zoetermeer naar de kin deren kijken en dan moeten wij lachen om 1500 m. Ja, dat is dan heel ver velend dat dat zo gesteld wordt, maar dat is dan toch de uitkomst van het gesprek. Wij hebben nog een mogelijkheid en dat is daartegen beroep aan te vragen bij de Kroon. Dat moeten we nog bekijken, we hebben daar dertig dagen de tijd voor, of wij van die mogelijkheid gebruik zullen maken. Wij moeten voor 1 juli, los daarvan, weer een plan voor scholen indienen. Vandaar dat we vast blijven houden aan ons eerder ingenomen standpunt op dit moment: Een tweede openbare school in het centrum of in de richting van wijk 't Spui, als dat enigszins mogelijk is en daar willen wij op dit moment nog steeds voor vechten. De heer VAN LEEUWAARDEN: Ja, mijn opmerking dat de gemeente het bepaalt dat was ook in de wetenschap dat de minister uiteindelijk het geld geeft, of het ministerie. Het was meer om aan te geven dat we aan u vragen om nog eens een keer alle mogelijkheden te bekijken, want als De Bukehof

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1989 | | pagina 149